This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document C2004/217/60
Case T-250/04: Action brought on 21 June 2004 by Philippe Combescot against the Commission of the European Communities
Zaak T-250/04: Beroep, op 21 juni 2004 ingesteld door Philippe Combescot tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
Zaak T-250/04: Beroep, op 21 juni 2004 ingesteld door Philippe Combescot tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
PB C 217 van 28.8.2004, p. 33–34
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
28.8.2004 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 217/33 |
Beroep, op 21 juni 2004 ingesteld door Philippe Combescot tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
(Zaak T-250/04)
(2004/C 217/60)
Procestaal: Italiaans
Bij het Gerecht van eerste aanleg van de Europese Gemeenschappen is op 21 juni 2004 beroep ingesteld tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen door Philippe Combescot, vertegenwoordigd door A. Maritati en V. Messa, advocaten.
Verzoeker concludeert dat het het Gerecht behage:
— |
de onwettigheid vast te stellen van het besluit waarbij het verzoek tot deelneming aan het vergelijkend onderzoek voor de voorziening in het ambt van hoofd van de delegatie in Colombia bedoeld in de op 28 mei 2003 bekendgemaakte kennisgeving van vacature COM/O91/03, is afgewezen; bijgevolg nietig te verklaren de gehele procedure van vergelijkend onderzoek en het op basis daarvan genomen besluit tot voorziening in het vacante ambt; te erkennen dat het onwettige besluit waarbij Philippe Combescot van het vergelijkend onderzoek is uitgesloten, het imago en de beroepseer van deze laatste heeft aangetast en ernstige gevolgen heeft gehad voor diens psychisch evenwicht; Philippe Combescot een bedrag van 100 000 euro als schadevergoeding toe te kennen. |
Middelen en voornaamste argumenten
Verzoeker in de onderhavige zaak komt op tegen de weigering van verweerster om zijn sollicitatie naar het vacante ambt van hoofd van de delegatie in Colombia in aanmerking te nemen.
Ter ondersteuning van zijn vorderingen stelt verzoeker:
— |
schending van de kennisgeving van vacature aangezien de grond waarop zijn sollicitatie niet in aanmerking is genomen (het feit dat hij geen twee jaar ervaring als hoofd van een eenheid kon aantonen) in die kennisgeving van vacature helemaal niet wordt genoemd; |
— |
schending van het non-discriminatiebeginsel voorzover de sollicitaties van andere ambtenaren die zich een soortgelijke situatie bevonden, wel in aanmerking zijn genomen; |
— |
ontoereikende motivering en verkeerde beoordeling door niet aan te nemen dat de rol die verzoeker heeft gespeeld en de taken die hij eigenlijk heeft vervuld, zij het formeel als adviseur in Guatemala, gelijkwaardig zijn aan die van het hoofd van een eenheid, aangezien hij volledig autonoom, zowat wat het beheer als wat de financiële aspecten betreft, het bestuur van de delegatie in Guatemala heeft waargenomen. |