Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document C2004/118/76

    Arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg van 21 april 2004 in zaak T-313/01, R. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (Ambtenaren — Sociale zekerheid — Weigering van voorafgaande goedkeuring van chirurgische ingreep — Weigering op grond dat ingreep volgens administratie zuiver esthetisch is — Schending van bepalingen van gemeenschappelijke regeling)

    PB C 118 van 30.4.2004, p. 36–36 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    30.4.2004   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 118/36


    ARREST VAN HET GERECHT VAN EERSTE AANLEG

    van 21 april 2004

    in zaak T-313/01, R. tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (1)

    (Ambtenaren - Sociale zekerheid - Weigering van voorafgaande goedkeuring van chirurgische ingreep - Weigering op grond dat ingreep volgens administratie zuiver esthetisch is - Schending van bepalingen van gemeenschappelijke regeling)

    (2004/C 118/76)

    Procestaal: Grieks

    In zaak T-313/01, R., ambtenaar van de Commissie, wonende te Brussel, vertegenwoordigd door C. Tagaras, advocaat, tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen (gemachtigden: J. Currall en L. Lozano Palacios, bijgestaan door P. Anestis, advocaat), betreffende enerzijds een verzoek tot nietigverklaring van de weigering van voorafgaande goedkeuring van een chirurgische ingreep, en anderzijds een vordering tot vergoeding van de kosten van die ingreep, heeft het Gerecht (Vierde kamer), samengesteld als volgt: H. Legal, kamerpresident, V. Tiili en M. Vilaras, rechters; griffier: I. Natsinas, administrateur, op 21 april 2004 een arrest gewezen waarvan het dictum luidt als volgt:

    1)

    Verklaart nietig het besluit van 22 mei 2001 houdende afwijzing van verzoeksters verzoek om voorafgaande goedkeuring.

    2)

    Veroordeelt de Commissie tot vergoeding aan verzoekster van 85 % van de kosten van de chirurgische ingreep zoals deze door verzoeksters chirurg op 16 mei 2001 was voorgeschreven.

    3)

    Verstaat dat partijen in onderlinge overeenstemming het bedrag bepalen van de aan verzoekster te vergoeden kosten van de ingreep die deze volgens het voorschrift heeft ondergaan, en het overeengekomen bedrag binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van dit arrest aan het Gerecht meedelen.

    4)

    Verstaat dat partijen, indien zij geen overeenstemming bereiken, binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van dit arrest, hun becijferde conclusies over het te vergoeden bedrag aan het Gerecht meedelen.

    5)

    Houdt de beslissing omtrent de kosten aan, daaronder begrepen die welke voor het medisch deskundigenonderzoek zijn gemaakt.


    (1)  PB C 44 van 16.2.2002.


    Top