EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92002E000669

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0669/02 van Niall Andrews (UEN) aan de Commissie. Gebruik van EG-kwaliteitsmerk voor elektroshock-apparatuur.

PB C 172E van 18.7.2002, p. 223–224 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

92002E0669

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0669/02 van Niall Andrews (UEN) aan de Commissie. Gebruik van EG-kwaliteitsmerk voor elektroshock-apparatuur.

Publicatieblad Nr. 172 E van 18/07/2002 blz. 0223 - 0224


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0669/02

van Niall Andrews (UEN) aan de Commissie

(11 maart 2002)

Betreft: Gebruik van EG-kwaliteitsmerk voor elektroshock-apparatuur

De Commissie zal zich herinneren dat in juni 2000 op verzoek van het STOA-panel van het Europees Parlement de eindstudie over Crowd Control Technologies is gepubliceerd. Die studie omvatte ook een onderzoek naar elektroshock- en stunwapens. Er werd op gewezen dat de EG kwaliteitscertificaten voor dergelijke wapens heeft afgegeven, die door buitenlandse fabrikanten ter bevordering van hun buitenlandse verkopen worden gebruikt als een officieel goedkeuringscertificaat. Voorgesteld wordt om aan deze praktijk een eind te maken of te bewerkstelligen dat de lidstaten de nodige maatregelen nemen ter voorkoming van de export of de verzending van apparatuur die tot doel heeft elektrische schokken toe te dienen.

Kan de Commissie meedelen welke maatregelen zij heeft genomen of neemt om uitvoering te geven aan de in deze studie opgenomen aanbevelingen betreffende elektroshock-apparatuur?

Kan de Commissie informatie verstrekken over het aantal bedrijven dat deze producten vervaardigt en die daarvoor een EG-certificaat ontvangen?

Kan de Commissie uiteenzetten wat de procedure is voor de toekenning van een EG-keurmerk voor dergelijke producten?

Kan de Commissie, gezien berichten in de STOA-studie over de effecten van stunwapens, waarbij het onder andere gaat om kortetermijneffecten zoals hevige pijn en het verliezen van de controle over de spieren en langetermijneffecten zoals littekens, zware depressie en geheugenverlies, meedelen of zij zich zorgen maakt over de vraag of bij de toekenning van het EG-keurmerk voldoende rekening wordt gehouden met de veiligheid van het slachtoffer?

Kan de Commissie meedelen welke onderzoeksmethoden bij de beoordeling van producten door haar worden toegepast met het oog op de toekenning van het kwaliteitsmerk?

Wat is met betrekking tot elektroshock-apparatuur momenteel de status van de uit 1998 daterende Europese gedragscode voor wapenexporten, waarin wordt verklaard dat exportvergunningen niet worden afgegeven indien de export kan worden gebruikt voor binnenlandse repressie, of wanneer zij kan leiden tot gewapende conflicten of het voortduren daarvan?

Antwoord van de heer Liikanen namens Commissie

(5 april 2002)

De CE-markering van overeenstemming is in de wetgeving van de Gemeenschap ingevoerd bij Besluit 93/465/EEG van de Raad van 22 juli 1993(1) betreffende de modules voor de verschillende fasen van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures en de voorschriften inzake het aanbrengen en het gebruik van de CE-markering van overeenstemming die bedoeld zijn voor gebruik in richtlijnen voor technische harmonisatie en bij Richtlijn 93/68/EEG van 22 juli 1993(6), waarbij de CE-markering werd ingevoerd voor een aantal sectorale richtlijnen voor technische harmonisatie.

De CE-markering van overeenstemming moet worden aangebracht op ieder product dat valt binnen het toepassingsgebied van een richtlijn voor technische harmonisatie die deze CE-markering voorschrijft. Dit betekent dat het product in overeenstemming is met de eisen van de van toepassing zijnde richtlijn(en) voor technische harmonisatie. De fabrikant is verantwoordelijk voor het aanbrengen van de CE-markering, ofschoon de richtlijnen vaak verlangen dat de overeenstemming door een derde partij wordt beoordeeld. Dergelijke overeeenstemmingsbeoordelingsorganen moeten overeenkomstig de van toepassing zijnde richtlijnen door de lidstaten worden benoemd.

Een aantal diensten van de Commissie is verantwoordelijk voor de richtlijnen voor technische harmonisatie die CE-markering van overeenstemming voorschrijven; de meeste vallen evenwel onder de verantwoordelijkheid van het Directoraat-generaal Ondernemingen. De Commissie treedt echter niet rechtstreeks op bij de beoordeling van de overeenstemming van producten of bij de toekenning van de CE-markering van overeenstemming.

Alle fabrikanten van stun-wapens, die vallen onder een richtlijn voor technische harmonisatie die de CE-markering van overeenstemming voorschrijft, moeten de markering op de desbetreffende producten aanbrengen. De Commissie beschikt niet over informatie over het aantal fabrikanten op wie dit betrekking heeft.

In haar antwoord op schriftelijke vraag E-3259/97 van mevrouw Wemheuser(2) heeft de Commissie er al eens op gewezen dat in beginsel tal van werktuigen voor foltering kunnen worden gebruikt. Bovendien is het niet altijd mogelijk vooraf al vast te stellen waarvoor een werktuig zal worden gebruikt. De Commissie is daarom van mening dat het niet doenlijk is in het kader van deze richtlijnen een afwijkende behandeling toe te passen op werktuigen die als folterinstrument kunnen worden gebruikt.

In aansluiting op vroegere antwoorden ter zake, en met name het antwoord op de schriftelijke vragen E-0446/02 van mevrouw. Banotti(3) en E-0470/02 van mevrouw Scallon(4), en ook om rekening te houden met de bezwaren van de geachte parlementsleden, werkt de Commissie momenteel wel aan een voorstel voor een verordening van de Raad betreffende de handel in werktuigen die kunnen worden gebruikt voor foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing. Met deze verordening wordt onder meer beoogd toezicht uit te oefenen op de uitvoer van werktuigen die in een derde land voor dergelijke doeleinden kunnen worden gebruikt. Hieronder vallen in beginsel ook elektroshockapparaten en stun-wapens.

Wat de toepassing van de EU-Gedragscode inzake de uitvoer van wapens ten aanzien van electroshock-apparaten betreft, zij ten slotte opgemerkt dat de lijst van goederen waarop deze code van toepassing is, is opgenomen in de Verklaring van de Raad van 13 juni 2000(5). De onderhavige apparaten komen niet op deze lijst voor.

(1) PB L 220 van 30.8.1993.

(2) PB C 158 van 25.5.1998.

(3) PB C 160 E van 4.7.2002, blz. 217.

(4) PB C 160 E van 4.7.2002, blz. 218.

(5) PB C 191 van 8.7.2000.

(6) PB L 220 van 30.8.1993.

Top