92002E0038

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0038/02

van Luciano Caveri (ELDR) aan de Commissie

(23 januari 2002)

Betreft: Dam van Valgrisenche

In de vallei van Valgrisenche, in Valle d'Aosta, is in de jaren vijftig een enorme dam in gebruik genomen, ondanks het verzet van de Autonome Regio Valle d'Aosta, die had gewezen op het gevaar van dit kunstwerk doordat in een deel van de bergen boven het stuwmeer kans op aardverschuivingen bestond. Het betreft hier een boog-gewichtdam met een kruin van 394 meter lengte en 5 meter breedte.

Na de tragedie van Vajont in Veneto, waar op 9 oktober 1963 1909 personen omkwamen toen er ten gevolge van een aardverschuiving een vloedgolf over de dam heen kwam, besloot de elektriciteitsmaatschappij gebruik te maken van de afwateringsdam en het reservoir te laten leeglopen.

De enorme wand staat er evenwel nog en torent hoog boven het kleine bergdorp uit, met alle milieu- en landschapsvervuiling van dien. Men is al enige tijd bezig te overwegen of deze inmiddels overbodig geworden dominerende constructie kan worden afgebroken, om dit berggebied zijn natuurlijk aanzicht terug te geven en alleen het afwateringsgedeelte te behouden.

Kan de Commissie in het licht van dit alles mededelen of er hiertoe een speciaal communautair project op de rails kan worden gezet of dat hiervoor een beroep kan worden gedaan op bestaande fondsen?

Antwoord van de heer Barnier namens de Commissie

(7 maart 2002)

Het enkelvoudig programmeringsdocument (EPD) voor de periode 2000-2006 voor de regio Valle d'Aosta, die onder doelstelling 2 van de Structuurfondsen valt, is toegespitst op sociaal-economische omschakeling om de bedrijven, met name in de toeristische sector, meer concurrentiekracht te geven. Het EPD omvat twee prioriteiten, namelijk de verbetering en diversificatie van de be- en verwerkende industrie en de technische bijstand. In dat kader is geen actie denkbaar waarmee de ontmanteling van de stuwdam van de Valgrisenche-vallei zou kunnen worden gecofinancierd.

De kwestie waarop de vraag van het geachte parlementslid betrekking heeft, komt evenmin in aanmerking voor het financieringsinstrument voor het milieu (LIFE) overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1655/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000(1) betreffende dat instrument. De vallei ligt immers niet in een Natura 2000-gebied, wat een voorwaarde is om voor LIFE-Natuur in aanmerking te komen, en het project kan ook noet in het kader van LIFE-Milieu worden gefinancierd omdat het niet innoverend is.

(1) PB L 192 van 28.7.2000.