Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 92001E001376

    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1376/01 van Michl Ebner (PPE-DE) aan de Raad. Contacten tussen Brussel en president Mugabe.

    PB C 81E van 4.4.2002, p. 22–23 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    European Parliament's website

    92001E1376

    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1376/01 van Michl Ebner (PPE-DE) aan de Raad. Contacten tussen Brussel en president Mugabe.

    Publicatieblad Nr. 081 E van 04/04/2002 blz. 0022 - 0023


    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1376/01

    van Michl Ebner (PPE-DE) aan de Raad

    (21 mei 2001)

    Betreft: Contacten tussen Brussel en president Mugabe

    Meer dan twintig jaar geleden werd Zimbabwe onafhankelijk. In de media is momenteel weinig goeds over dit Zuid-Afrikaanse land te lezen, en al helemaal niet over president Mugabe. Hij bevordert het bezetten van land, waarvan blanke boeren het slachtoffer worden; hij wakkert de rassenhaat aan om de aandacht af te leiden van de extreme sociale ellende waarin hij het land heeft gebracht; in een televisie-interview ter gelegenheid van zijn zevenenzeventigste verjaardag verklaarde hij te zullen terugtreden als de blanken overwonnen zijn. Brute campagnes tegen de onafhankelijke justitie en de pers alsmede grootschalige intimidatie van de oppositie zijn aan de orde van de dag. In feite draagt de situatie in Zimbabwe de kenmerken van een langdurig wanbeleid, waarvoor president Mugabe en zijn ZANU-PF-partij verantwoordelijk zijn.

    De Belgische minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel en het Franse staatshoofd Jacques Chirac lijken echter niet gebukt te gaan onder vrees voor contact met Mugabe. Beiden heetten de dictator van het terreurregime op 6 maart 2001 in Brussel, resp. Parijs welkom. Terwijl beiden tot de sterkste voorstanders van het sanctiebeleid van de EU-14 tegen Oostenrijk behoorden vanwege hun bezorgdheid over democratie en mensenrechten, ontvingen zij Mugabe met open armen.

    Kan de Raad mededelen:

    - of de Unie door een dergelijke lichtvaardige omgang met democratie en mensenrechten niet aan geloofwaardigheid inboet;

    - of hij dergelijke misstappen met het oog op een coherent buitenlands beleid niet zou willen tegenwerken;

    - of tegen politici die blijkbaar goede contacten met een terreurregime onderhouden niet ook sancties moeten worden genomen?

    Antwoord

    (21 november 2001)

    De ontmoeting op 5 maart 2001 in Brussel tussen de heer Guy Verhofstadt, premier van België, de heer Louis Michel, Belgisch minister van Buitenlandse Zaken, en president Mugabe van Zimbabwe vond plaats op verzoek van president Mugabe.

    De privé-ontmoeting op 6 maart 2001 in Parijs tussen de heer Jacques Chirac, president van de Franse Republiek, en president Mugabe van Zimbabwe vond eveneens op verzoek van president Mugabe plaats. De Raad heeft niet bijgedragen tot de organisatie van deze ontmoetingen, noch daaraan deelgenomen.

    Sedert begin maart 2001 heeft de EU besloten een constructieve, kritische en evenwichtige dialoog met Zimbabwe aan te gaan en zich daarbij te laten leiden door de geest van artikel 8 van het Akkoord van Cotonou. De EU is deze dialoog gestart om informatie uit te wisselen en het wederzijdse begrip te bevorderen over zaken die de EU van fundamenteel belang acht voor de betrekkingen tussen de partijen en die bovendien in de tekst van genoemd akkoord zijn opgenomen (artikel 9).

    Tijdens zijn zitting van 25 juni 2001 heeft de Raad geen wezenlijke vooruitgang geconstateerd in de lopende politieke dialoog met de regering van Zimbabwe en uiting gegeven aan zijn diepe bezorgdheid over de recente ontwikkelingen in dit land. Hij beklemtoonde daarbij dat de dialoog in de eerste plaats snelle en tastbare resultaten moet opleveren op een aantal gebieden (een einde aan het politieke geweld, volledige toegang voor de EU, concrete maatregelen om de vrijheid van de massamedia te beschermen, onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en eerbiediging van zijn uitspraken, en beëindiging van de wederrechtelijke bezetting van bezittingen).

    De Raad is overeengekomen de volgende twee maanden een wakend oog te zullen houden op de ontwikkelingen dienaangaande en op de algemene vraagstukken betreffende de rechtsstaat, het economisch beleid en de landhervorming, en gepaste maatregelen te zullen treffen indien onvoldoende vooruitgang wordt geboekt.

    Top