EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91998E003270

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3270/98 van Paul RÜBIG Hygiëne bij de verwerking van vlees

PB C 320 van 6.11.1999, p. 36 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

91998E3270

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3270/98 van Paul RÜBIG Hygiëne bij de verwerking van vlees

Publicatieblad Nr. C 320 van 06/11/1999 blz. 0036


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3270/98

van Paul Rübig (PPE) aan de Commissie

(30 oktober 1998)

Betreft: Hygiëne bij de verwerking van vlees

Op richtlijn 93/43 (EEG) van 14 juni 1993(1) is de Oostenrijkse verordening betreffende hygiëne in vleesverwerkende ondernemingen gebaseerd. Bijgevolg is sinds 1 januari 1998 het gebruik van houten handgrepen van messen en hakmessen en van houten stokken voor het roken van vlees verboden. Ook houten vaten voor de verduurzaming van vlees moeten voortaan gemaakt zijn van niet-roestend, gemakkelijk schoon te maken en te desinfecteren materiaal.

Is de Commissie van mening dat met bepaalde alternatieve procedures de noodzakelijke en wenselijke hygiëne tenminste in dezelfde mate kan worden gewaarborgd? Is het juist dat door het desinfecteren van houten troggen een veel grotere mate van reinheid kan worden verwezenlijkt, omdat bacteriën op kunststoffen, zoals bekend, langer kunnen overleven?

Kan de Commissie zich een uitzonderingsregeling voor het gebruik van hout bij de ambachtelijke en agrarische verwerking van vlees voorstellen?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(12 januari 1999)

De wetgeving inzake de volksgezondheid heeft ten doel te voorkomen dat de consument schade ondervindt door besmet en voor menselijke consumptie ongeschikt, of voor de menselijke gezondheid potentieel schadelijk voedsel.

Het gebruik van houten gereedschap in slachthuizen en vleesverwerkingsinstallaties is verboden op grond van Richtlijn 64/433/EEG, bijlage I, hoofdstuk 1, onder 4a, zoals gewijzigd. Dit vraagstuk is vele malen door deskundigen besproken en is onderworpen aan wetenschappelijk onderzoek. Uit alle onderzoeken is gebleken dat hout niet behoorlijk kan worden onderhouden: het oppervlak wordt ruw en er ontstaan kloven reeds na kortdurend gebruik of contact met agressieve vloeistoffen (bijvoorbeeld heet water, vetzuren, ontsmettingsmiddelen).

Vloeistoffen die een goede voedingsbron vormen voor gevaarlijke bacteriën dringen zo door in het hout, en besmetten het vlees bij contact tijdens de productie. Om deze redenen is het gebruik voorgesteld van materialen als plastic of metaal, die eenvoudiger kunnen worden schoongehouden en waarin bacterieel besmette vloeistoffen niet kunnen doordringen.

Gezien de bovengenoemde besprekingen en onderzoeken, en gezien de verplichting te zorgen voor doeltreffende preventieve bescherming van de consument, kan de Commissie geen afwijking toestaan van het verbod op het gebruik van hout in gedeelten van vleesverwerkende bedrijven waar daaraan blootgesteld vlees kan worden besmet.

(1) PB L 175 van 19.7.1993, blz. 1.

Top