EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91998E001219

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1219/98 van José GARCÍA-MARGALLO Y MARFIL aan de Commissie. Europese Centrale Bank

PB C 386 van 11.12.1998, p. 96 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

European Parliament's website

91998E1219

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1219/98 van José GARCÍA-MARGALLO Y MARFIL aan de Commissie. Europese Centrale Bank

Publicatieblad Nr. C 386 van 11/12/1998 blz. 0096


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1219/98

van José García-Margallo y Marfil (PPE) aan de Commissie

(29 april 1998)

Betreft: Europese Centrale Bank

Overeenkomstig artikel 109 A, paragraaf 2, sub a) van het Verdrag betreffende de Europese Unie zal de directie van de Europese Centrale Bank bestaan uit een voorzitter, een vice-voorzitter en vier leden. In sub b) staat te lezen dat deze worden benoemd door de lidstaten wanneer op het niveau van de staatshoofden en regeringsleiders overeenstemming is bereikt op aanbeveling van de Raad en na raadpleging van het Europees Parlement en de Raad van bankgouverneurs.

Hoe denkt de Commissie over het volgende: hoe zou deze selectie in de praktijk moeten plaatsvinden opdat de meest geschikte kandidaten worden gekozen en er een evenwicht tussen de nationaliteiten wordt bewaard?

Antwoord van de heer De Silguy namens de Commissie

(11 juni 1998)

Het EG-Verdrag bepaalt dat de leden van de directie worden gekozen uit personen met een erkende reputatie en beroepservaring op monetair of bancair gebied, en in onderlinge overeenstemming door de regeringen van de lidstaten op het niveau van de staatshoofden en regeringsleiders worden benoemd.

De benoemingsprocedure begint met een aanbeveling van de Raad, die daarbij rekening houdt met het voorschrift dat de te benoemen personen een erkende reputatie en beroepservaring op monetair of bancair gebied moeten hebben. Het Parlement en de Raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) worden naar aanleiding van de aanbeveling van de Raad geraadpleegd. Bij de oprichting van de ECB, dat wil zeggen bij de benoeming van de eerste directie, wordt de taak van de Raad van bestuur van de ECB vervuld door de Raad van het Europees Monetair Instituut (EMI) (artikel 109 A, lid 2, van het EG-Verdrag, artikel 50 van de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank). Zowel het Parlement als de Raad van het EMI respectievelijk de Raad van bestuur van de ECB brengen advies uit over de vraag of de te benoemen personen aan bovenstaande voorschriften voldoen.

De Commissie speelt in deze procedure geen formele rol.

Overigens hebben de staatshoofden en regeringsleiders tijdens hun bijeenkomst op 2 mei 1998 verklaard dat zij "bij hun toekomstige besluiten krachtens artikel 109 A, lid 2, in overeenstemming met een uitgebalanceerd toerbeurtbeginsel, het nodige gewicht en de nodige aandacht schenken aan de aanbevelingen voor onderdanen van lidstaten die geen leden leveren van de directie die overeenkomstig artikel 50 van de statuten van de ECB is benoemd".

Top