Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 91997E003704

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3704/97 van Jyrki OTILA aan de Commissie. Monopolie voor apotheken in Finland?

    PB C 174 van 8.6.1998, p. 105 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    European Parliament's website

    91997E3704

    SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3704/97 van Jyrki OTILA aan de Commissie. Monopolie voor apotheken in Finland?

    Publicatieblad Nr. C 174 van 08/06/1998 blz. 0105


    SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3704/97 van Jyrki Otila (PPE) aan de Commissie (19 november 1997)

    Betreft: Monopolie voor apotheken in Finland?

    De Universiteitsapotheek is in 1828 in Helsinki opgericht. Met de wijziging van de wet op de apotheken in 1953 kreeg zij het recht om filialen te openen.

    De Finse wetgeving heeft de Universiteitsapotheek bovendien enkele bijzondere rechten toegekend, op grond waarvan ze is vrijgesteld van de zogeheten apotheekheffing en bepaalde belastingvoordelen geniet.

    Oorspronkelijk was de Universiteitsapotheek verbonden aan de Universiteit van Helsinki en vooral bedoeld om te functioneren als apotheek in de stad Helsinki. De reden hiervoor was dat studenten farmacie op deze wijze praktische ervaring konden opdoen.

    Tegenwoordig heeft de Universiteitsapotheek tevens filialen geopend in steden waar niet eens een universiteit is. Bovendien loopt slechts 27 procent (in 1997) van de studenten farmacie hun verplichte stage in de Universiteitsapotheek, terwijl 73 procent dit doet in particuliere apotheken.

    Een dergelijke situatie is naar mijn mening in strijd met de mededingingsregels en de grondslagen van het communautaire handelsbeleid. De Universiteitsapotheek heeft voor wat de mededinging betreft een verregaand monopolistische positie. Is de Commissie op de hoogte van deze situatie? Welke maatregelen gaat zij nemen om deze situatie te verbeteren?

    Antwoord van de heer Van Miert namens de Commissie (13 januari 1998)

    Het is de Commissie bekend dat wordt beweerd dat de apotheek van de Universiteit van Helsinki een geprivilegieerde positie heeft. Het geachte Parlementslid stelt dat deze voordelen van staatswege (vrijstelling van de apotheekheffing en andere belastingvoordelen) geniet en over een monopolie beschikt. Er lijkt evenwel geen sprake te zijn van een monopolie. Uit de beschikbare informatie blijkt immers dat er ook particuliere apotheken bestaan en derhalve concurreren met de Universiteitsapotheek.

    De vermeende voordelen moeten worden onderzocht in het licht van de regels betreffende staatssteun in het EG-Verdrag. Overeenkomstig deze regels kan de Commissie slechts optreden wanneer de handel tussen de lidstaten wordt verstoord door overheidsmaatregelen die bepaalde ondernemingen bevoordelen.

    Op grond van de beschikbare informatie oordeelt de Commissie dat de gevolgen van de betreffende voordelen beperkt blijven tot die plaatsen waar de Universiteitsapotheek verkooppunten heeft. De handel tussen de lidstaten wordt dus niet verstoord.

    De Commissie is derhalve niet voornemens verder onderzoek in dezen te verrichten.

    Top