This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 91997E002298
WRITTEN QUESTION No. 2298/97 by Peter SICHROVSKY to the Council. Failure of government members to attend Council meetings
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2298/97 van Peter SICHROVSKY aan dee Raad. Afwezigheid van regeringsleden bij vergaderingen van de Raad
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2298/97 van Peter SICHROVSKY aan dee Raad. Afwezigheid van regeringsleden bij vergaderingen van de Raad
PB C 117 van 16.4.1998, p. 10
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2298/97 van Peter SICHROVSKY aan dee Raad. Afwezigheid van regeringsleden bij vergaderingen van de Raad
Publicatieblad Nr. C 117 van 16/04/1998 blz. 0010
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2298/97 van Peter Sichrovsky (NI) aan de Raad (18 juli 1997) Betreft: Afwezigheid van regeringsleden bij vergaderingen van de Raad Is het gebruikelijk dat regeringsleden niet aanwezig zijn bij vergaderingen van de Raad? Hoe vaak zijn leden van de Oostenrijkse regering sinds januari 1995 niet aanwezig geweest bij vergaderingen van de Raad? Is de Raad van mening dat besluiten die hij in afwezigheid van regeringsleden van een lidstaat treft, voor deze lidstaat van geringere politieke betekenis zijn? Hoe bracht Oostenrijk zijn stemgedrag tot uitdrukking wanneer de leden van de Oostenrijkse regering afwezig waren? Antwoord (1 december 1997) Uiteraad doen de lidstaten hun uiterste best om ervoor te zorgen dat zij in de Raad op ministerieel niveau vertegenwoordigd zijn; de ervaring leert echter dat dit niet altijd mogelijk is en dat het derhalve niet ongebruikelijk is dat een of meer lidstaten niet door de ministers of staatssecretarissen worden vertegenwoordigd maar door andere personen (gewoonlijk zijn dat dan de Permanente Vertegenwoordigers of hun plaatsvervangers). In dat geval mogen de vertegenwoordigers niet aan de stemmingsprocedure deelnemen. Volgens artikel 150 van het EG-Verdrag en artikel 7, lid 3, van het Reglement van Orde van de Raad ((Besluit van de Raad van 6 december 1993 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (PB L 304 van 10 december 1993, blz. 1, gewijzigd bij Besluit van de Raad nr. 95/24/EG, Euratom, EGKS van 6 februari 1995 (PB L 31 van 10 februari 1995, blz. 14). )) mag ieder lid van de Raad zijn/haar stemrecht echter overdragen aan een ander lid van de Raad dat op ministerieel niveau is vertegenwoordigd. In combinatie met het quorumvoorschrift in artikel 7, lid 4, van het reglement van orde van de Raad, waarin staat dat voor het houden van een stemming de aanwezigheid van acht leden van de Raad op ministerieel niveau vereist is, kan de overdracht van het stemrecht ertoe leiden dat in totaal zeven leden tijdens een bepaalde Raadszitting hun stemrecht aan de overige acht Raadsleden overdragen. Oostenrijk is sinds zijn toetreding in januari 1995 op alle Raadszittingen vertegenwoordigd geweest. Telkens wanneer het betrokken lid van de regering verhinderd was, werd de Oostenrijkse delegatie geleid door de Permanente Vertegenwoordiger van Oostenrijk bij de Europese Unie (of diens plaatsvervanger), zoals gebruikelijk is in de Europese Unie. Het is niet aan de Raad om een uitspraak te doen over de vraag of het politieke belang dat een lidstaat hecht aan besluiten die tijdens een Raadszitting worden genomen, kan worden afgelezen aan de persoon die de lidstaat op die bewuste zitting vertegenwoordigt. Het standpunt en de stem van Oostenrijk over zaken die in Raadszittingen worden besproken, worden kenbaar gemaakt volgens de artikelen 146 en 150 van het EG-Verdrag en artikel 7, leden 3 en 4, van het reglement van orde van de Raad, zoals hierboven is uiteengezet. Voorts wordt het geachte lid van het Europees Parlement erop gewezen dat, wanneer er in de Raad een stemming plaatsvindt, de uitslag daarvan openbaar wordt gemaakt door middel van een mededeling van de Raad aan de Pers, overeenkomstig de bepalingen van het reglement van orde van de Raad.