This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 91997E002227
WRITTEN QUESTION No. 2227/97 by Frode KRISTOFFERSEN to the Council. Sexual harassment in the workplace
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2227/97 van Frode KRISTOFFERSEN aan dee Raad. Seksuele intimidatie op het werk
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2227/97 van Frode KRISTOFFERSEN aan dee Raad. Seksuele intimidatie op het werk
PB C 102 van 3.4.1998, p. 18
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)
SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2227/97 van Frode KRISTOFFERSEN aan dee Raad. Seksuele intimidatie op het werk
Publicatieblad Nr. C 102 van 03/04/1998 blz. 0018
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2227/97 van Frode Kristoffersen (PPE) aan de Raad (18 juli 1997) Betreft: Seksuele intimidatie op het werk Is de Raad van oordeel dat de plannen die de Commissie heeft aangekondigd voor EU-regelgeving betreffende ernst en omvang van seksuele intimidatie op het werk in de verschillende lidstaten verenigbaar zijn met het subsidiariteitsbeginsel? Antwoord (10 november 1997) Op 19 maart 1997 heeft de Commissie aan de sociale partners voor een tweede fase van overleg een tekst in verband met seksuele intimidatie op het werk toegezonden. Dit betekent dat er aan de Raad op dit ogenblijk nog geen Commissievoorstel is voorgelegd. Het spreekt vanzelf dat de Raad elk wetgevingsvoorstel terzake zal onderzoeken met inachtneming van artikel 3 B van het EG-Verdrag betreffende de beginselen van subsidiariteit en evenredigheid, en van de bepalingen van de Overeenkomst betreffende de sociale politiek, inzonderheid artikel 2, lid 1, waarin de gelijkheid van mannen en vrouwen wat hun kansen op de arbeidsmarkt en de behandeling op het werk betreft wordt genoemd onder de gebieden waarop de Gemeenschap bevoegd is. Tenslotte zij er op gewezen dat door het Verdrag van Amsterdam de Overeenkomst betreffende de sociale politiek in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap zal worden opgenomen.