Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62023TN0297

    Zaak T-297/23: Beroep ingesteld op 24 mei 2023 — Timchenko/Raad

    PB C 296 van 21.8.2023, p. 34–34 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    21.8.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 296/34


    Beroep ingesteld op 24 mei 2023 — Timchenko/Raad

    (Zaak T-297/23)

    (2023/C 296/38)

    Procestaal: Frans

    Partijen

    Verzoekende partij: Gennady Nikolayevich Timchenko (Moskou, Rusland) (vertegenwoordigers: T. Bontinck, L. Burguin, S. Bonifassi, E. Fedorova en J. Goffin, advocaten)

    Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

    Conclusies

    De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

    besluit (GBVB) 2023/572 van de Raad van 13 maart 2023 nietig te verklaren, voor zover daarbij de beperkende maatregelen die ten aanzien van verzoeker zijn vastgesteld bij besluit (GBVB) 2022/337 van de Raad van 28 februari 2022 en uitvoeringsverordening (EU) 2022/336 van de Raad van 28 februari 2022 worden verlengd;

    uitvoeringsverordening (EU) 2023/571 van de Raad van 13 maart 2023 nietig te verklaren, voor zover daarbij de beperkende maatregelen die ten aanzien van verzoeker zijn vastgesteld bij besluit (GBVB) 2022/337 van de Raad van 28 februari 2022 en uitvoeringsverordening (EU) 2022/336 van de Raad van 28 februari 2022 worden verlengd;

    de Raad te veroordelen tot betaling van een voorlopig bedrag van 1 000 000 EUR ter vergoeding van verzoekers immateriële schade;

    de Raad te verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker zes middelen aan.

    1.

    Eerste middel: kennelijk onjuiste beoordeling wat de door de Raad aangevoerde redenen betreft, meer bepaald met betrekking tot de op verzoeker toegepaste aanwijzingscriteria en de aard van de vastgestelde maatregelen.

    2.

    Tweede middel: niet-nakoming van de motiveringsplicht van de Raad.

    3.

    Derde middel: schending van het recht om te worden gehoord.

    4.

    Vierde middel: schending van het evenredigheidsbeginsel.

    5.

    Vijfde middel: schending van de grondrechten die verzoeker ontleent aan zijn fundamentele hoedanigheid van Europees burger. Verzoeker betoogt dat de volgens het GBVB opgelegde beperking van zijn door de Verdragen gewaarborgde vrijheid van verkeer op het grondgebied van de Europese Unie elke wettelijke grondslag mist en onevenredig en niet-noodzakelijk is.

    6.

    Zesde middel: schending van de overige grondrechten die verzoeker worden gewaarborgd door het Handvest van de grondrechten en door het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, meer bepaald schending van zijn recht op eigendom en van zijn recht op de eerbiediging van zijn privéleven en van zijn familie- en gezinsleven.


    Top