Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62023TN0201

Zaak T-201/23: Beroep ingesteld op 17 april 2023 — CRA / Raad

PB C 189 van 30.5.2023, p. 41–42 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

30.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 189/41


Beroep ingesteld op 17 april 2023 — CRA / Raad

(Zaak T-201/23)

(2023/C 189/55)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: Communications Regulatory Authority (CRA) (Teheran, Iran) (vertegenwoordigers: T. Clay, T. Zahedi Vafa en K. Mehtiyeva, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

uitvoeringsverordening (EU) 2023/152 (1) van 23 januari 2023 wegens strijdigheid met het Unierecht nietig te verklaren voor zover de verzoekende partij daarbij is opgenomen in bijlage I bij verordening nr. 359/2011.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van het beroep voert de verzoekende partij vier middelen aan.

1.

Eerste middel: bevoegdheidsoverschrijding door de Raad van de Europese Unie. Verzoekster voert aan dat er bij het besluit van de Raad om haar op te nemen in de lijst van personen op wie de beperkende maatregelen van toepassing zijn, sprake is van bevoegdheidsoverschrijding omdat dat besluit enkel is vastgesteld vanwege de statutaire band tussen verzoekster en de regering van de Islamitische Republiek Iran.

2.

Tweede middel: de bestreden handeling is niet gemotiveerd. Verzoekster voert aan dat de motivering van het besluit van de Raad slechts bestaat in feitelijke veronderstellingen waarvan de onjuistheid de geldigheid van de motivering aantast. Die louter formele motivering van het besluit brengt een omkering van de bewijslast met zich mee waardoor verzoekster ter betwisting van haar opname op de lijst van personen op wie de beperkende maatregelen betrekking hebben een negatief feit moet bewijzen.

3.

Derde middel: onjuiste beoordeling van de feiten. Verzoekster voert aan dat de Raad een kennelijke beoordelingsfout heeft begaan en het besluit om haar op te nemen in de lijst van entiteiten waarop de beperkende maatregelen betrekking hebben onjuist heeft gemotiveerd.

4.

Vierde middel: schending van het evenredigheidsbeginsel. Verzoekster voert aan dat de tegen Iran gerichte sancties ertoe hebben geleid dat zij verstoken blijft van voor haar bijzonder nuttige instrumenten, waaronder een instrument dat wordt gebruikt om de overlapping van Iraanse frequenties met die van de buurlanden te verhinderen en voorts het Location Based System, dat wordt gebruikt om aangesloten apparaten nauwkeurig te lokaliseren. Bovendien blijkt het onevenredig karakter van het besluit van de Raad uit de omvang van de gevolgen van de tegen haar gerichte maatregelen aangezien deze ertoe leiden dat verzoeksters vermogen om haar taak van algemeen belang uit te voeren ernstig wordt aangetast.


(1)  Uitvoeringsverordening (EU) 2023/152 van de Raad van 23 januari 2023 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 359/2011 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in verband met de situatie in Iran (PB 2023, L 20 I, blz. 1).


Top