This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62023CA0279
Case C-279/23, Skarb Państwa (Payment not significantly delayed or small claim): Judgment of the Court (Eighth Chamber) of 11 July 2024 (request for a preliminary ruling from the Sąd Rejonowy Katowice – Zachód w Katowicach – Poland) – Skarb Państwa – Dyrektor Okręgowego Urzędu Miar w K. v Z. sp.j. (Reference for a preliminary ruling – Combating late payment in commercial transactions – Directive 2011/7/EU – Article 6(1) – Fixed minimum sum by way of compensation for recovery costs – Provision of national law permitting the rejection of claims for payment of that fixed sum in cases where the delay is not significant or the claim is small – Obligation to interpret national law in conformity with EU law)
Zaak C-279/23, Skarb Państwa (betalingsachterstand die niet significant is of een geringe vordering betreft): Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 11 juli 2024 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Rejonowy Katowice – Zachód w Katowicach – Polen) – Skarb Państwa – Dyrektor Okręgowego Urzędu Miar w K. / Z. sp.j. (Prejudiciële verwijzing – Bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties – Richtlijn 2011/7/EU – Artikel 6, lid 1 – Vast minimumbedrag ter vergoeding van invorderingskosten – Nationaalrechtelijke bepaling op grond waarvan vorderingen tot betaling van dat vast bedrag kunnen worden afgewezen wanneer de betalingsachterstand niet significant is of een geringe vordering betreft – Verplichting om het nationale recht conform het Unierecht uit te leggen)
Zaak C-279/23, Skarb Państwa (betalingsachterstand die niet significant is of een geringe vordering betreft): Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 11 juli 2024 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Rejonowy Katowice – Zachód w Katowicach – Polen) – Skarb Państwa – Dyrektor Okręgowego Urzędu Miar w K. / Z. sp.j. (Prejudiciële verwijzing – Bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties – Richtlijn 2011/7/EU – Artikel 6, lid 1 – Vast minimumbedrag ter vergoeding van invorderingskosten – Nationaalrechtelijke bepaling op grond waarvan vorderingen tot betaling van dat vast bedrag kunnen worden afgewezen wanneer de betalingsachterstand niet significant is of een geringe vordering betreft – Verplichting om het nationale recht conform het Unierecht uit te leggen)
PB C, C/2024/5203, 2.9.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/5203/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Publicatieblad |
NL C-serie |
C/2024/5203 |
2.9.2024 |
Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 11 juli 2024 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Rejonowy Katowice – Zachód w Katowicach – Polen) – Skarb Państwa – Dyrektor Okręgowego Urzędu Miar w K. / Z. sp.j.
[Zaak C-279/23 (1) , Skarb Państwa (betalingsachterstand die niet significant is of een geringe vordering betreft)]
(Prejudiciële verwijzing - Bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties - Richtlijn 2011/7/EU - Artikel 6, lid 1 - Vast minimumbedrag ter vergoeding van invorderingskosten - Nationaalrechtelijke bepaling op grond waarvan vorderingen tot betaling van dat vast bedrag kunnen worden afgewezen wanneer de betalingsachterstand niet significant is of een geringe vordering betreft - Verplichting om het nationale recht conform het Unierecht uit te leggen)
(C/2024/5203)
Procestaal: Pools
Verwijzende rechter
Sąd Rejonowy Katowice - Zachód w Katowicach
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Skarb Państwa - Dyrektor Okręgowego Urzędu Miar w K.
Verwerende partij: Z. sp.j.
Dictum
Artikel 6, lid 1, van richtlijn 2011/7/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2011 betreffende bestrijding van betalingsachterstand bij handelstransacties
moet aldus worden uitgelegd dat
het in de weg staat aan een praktijk van de nationale rechters die erin bestaat dat vorderingen tot verkrijging van het in die bepaling bedoelde vaste minimumbedrag als vergoeding van invorderingskosten worden afgewezen op grond dat de betalingsachterstand van de schuldenaar niet significant is of het door de schuldenaar te laat voldane bedrag gering is.
ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/5203/oj
ISSN 1977-0995 (electronic edition)