Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022CN0641

    Zaak C-641/22: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de rechtbank Gelderland (Nederland) op 12 oktober 2022 — Y tegen Inspecteur van de Belastingdienst Amsterdam

    PB C 35 van 30.1.2023, p. 26–26 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    30.1.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 35/26


    Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de rechtbank Gelderland (Nederland) op 12 oktober 2022 — Y tegen Inspecteur van de Belastingdienst Amsterdam

    (Zaak C-641/22)

    (2023/C 35/30)

    Procestaal: Nederlands

    Verwijzende rechter

    Rechtbank Gelderland

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekster: Y

    Verweerder: Inspecteur van de Belastingdienst Amsterdam

    Prejudiciële vraag

    Dient artikel 135, eerste lid, letter g, van de Btw-richtlijn (1) aldus te worden uitgelegd dat deelnemers aan een pensioenfonds zoals in het hoofdgeding aan de orde is, kunnen worden geacht beleggingsrisico te lopen, en brengt dit mee dat het pensioenfonds een “gemeenschappelijk beleggingsfonds” in de zin van deze bepaling vormt? Is daarbij van belang:

    of deelnemers een individueel beleggingsrisico lopen, of is het voldoende dat de deelnemers als collectief, en niemand anders, de gevolgen dragen van de resultaten van de beleggingen?

    wat de omvang van het collectieve dan wel het individuele risico is?

    in hoeverre de hoogte van de pensioenuitkering mede afhankelijk is van andere factoren, zoals het aantal jaren van pensioenopbouw, de hoogte van het salaris en de rekenrente?

    dat de werkgever zich voor de periode 2014 tot en met 2020 tot een bedrag van € 250 000 000 garant heeft gesteld voor de realisatie van de nagestreefde pensioenopbouw?


    (1)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1).


    Top