Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022CN0440

    Zaak C-440/22 P: Hogere voorziening ingesteld op 4 juli 2022 door Wizz Air Hungary Légiközlekedési Zrt. (Wizz Air Hungary Zrt.) tegen het arrest van het Gerecht (Tiende kamer — uitgebreid) van 4 mei 2022 in zaak T-718/20, Wizz Air/Commissie

    PB C 318 van 22.8.2022, p. 32–32 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    22.8.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 318/32


    Hogere voorziening ingesteld op 4 juli 2022 door Wizz Air Hungary Légiközlekedési Zrt. (Wizz Air Hungary Zrt.) tegen het arrest van het Gerecht (Tiende kamer — uitgebreid) van 4 mei 2022 in zaak T-718/20, Wizz Air/Commissie

    (Zaak C-440/22 P)

    (2022/C 318/44)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Rekwirante: Wizz Air Hungary Légiközlekedési Zrt. (Wizz Air Hungary Zrt.) (vertegenwoordigers: E. Vahida, avocat, S. Rating, abogado, en I.-G. Metaxas-Maranghidis, dikigoros)

    Andere partij in de procedure: Europese Commissie

    Conclusies

    het bestreden arrest vernietigen, en

    besluit C(2020) 1160 final van de Commissie van 24 februari 2020 betreffende steunmaatregel SA.56244 — Roemenië — Reddingssteun voor TAROM (1) nietig verklaren en de Commissie verwijzen in de kosten, of

    de zaak terugverwijzen naar het Gerecht voor een hernieuwde beoordeling en de beslissing over de kosten van de procedures in eerste aanleg en in hogere voorziening aanhouden.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Rekwirante stelt dat het bestreden arrest op de volgende gronden moeten worden vernietigd.

    Ten eerste heeft het Gerecht blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat is voldaan aan de voorwaarde dat sprake is van een belangrijke dienst die moeilijk te dupliceren is in de zin van de Richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan niet-financiële ondernemingen in moeilijkheden (2).

    Ten tweede heeft het Gerecht die richtsnoeren onjuist toegepast met betrekking tot het bewijs dat het moeilijk is voor concurrenten om die dienst in de plaats van de begunstigde van de steun te verrichten.

    Ten derde heeft het Gerecht het hem voorgelegde bewijs verkeerd opgevat bij de beoordeling van de beschikbare capaciteit op de markt en de capaciteit van “low fare airlines” voor het uitvoeren van binnenlandse vluchten.

    Ten vierde heeft het Gerecht blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat kapitaalverhogingen geen verband kunnen houden met een herstructureringsplan.

    Ten vijfde heeft het Gerecht het hem voorgelegde bewijs verkeerd opgevat bij de beoordeling van de duur van TAROM’s herstructureringsperiode.

    Ten zesde heeft het Gerecht blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te concluderen dat de Commissie niet hoefde na te gaan of bestaande steun nieuwe steun was geworden.

    Ten zevende heeft het Gerecht blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting met betrekking tot het verzuim van de Commissie om een formele onderzoeksprocedure in te leiden.


    (1)  PB 2020, C 310, blz. 3.

    (2)  PB 2014, C 249, blz. 1.


    Top