Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022CA0509

    Zaak C-509/22, Girelli Alcool: Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 18 april 2024 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione - Italië) – Agenzia delle Dogane e dei Monopoli/Girelli Alcool Srl (Prejudiciële verwijzing – Belastingen – Accijns – Richtlijn 2008/118/EG – Artikel 7, lid 4 – Verschuldigdheid van accijns – Uitslag tot verbruik – Algehele vernietiging of onherstelbaar verlies van een onder een accijnsschorsingsregeling geplaatst product – Begrip „niet te voorziene omstandigheden” – Instructies van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat – Onherstelbaar verlies veroorzaakt door een niet-ernstige fout van een werknemer van een erkende entrepothouder)

    PB C, C/2024/3420, 10.6.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/3420/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/3420/oj

    European flag

    Publicatieblad
    van de Europese Unie

    NL

    C-serie


    C/2024/3420

    10.6.2024

    Arrest van het Hof (Vijfde kamer) van 18 april 2024 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione - Italië) – Agenzia delle Dogane e dei Monopoli/Girelli Alcool Srl

    (Zaak C-509/22  (1) , Girelli Alcool)

    (Prejudiciële verwijzing - Belastingen - Accijns - Richtlijn 2008/118/EG - Artikel 7, lid 4 - Verschuldigdheid van accijns - Uitslag tot verbruik - Algehele vernietiging of onherstelbaar verlies van een onder een accijnsschorsingsregeling geplaatst product - Begrip „niet te voorziene omstandigheden” - Instructies van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat - Onherstelbaar verlies veroorzaakt door een niet-ernstige fout van een werknemer van een erkende entrepothouder)

    (C/2024/3420)

    Procestaal: Italiaans

    Verwijzende rechter

    Corte suprema di cassazione

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Agenzia delle Dogane e dei Monopoli

    Verwerende partij: Girelli Alcool Srl

    Dictum

    1)

    Artikel 7, lid 4, van richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van richtlijn 92/12/EEG

    moet aldus worden uitgelegd dat

    het begrip „niet te voorziene omstandigheden” in de zin van deze bepaling – net als het begrip „overmacht” – aldus moet worden opgevat dat het ziet op abnormale en onvoorzienbare omstandigheden die zich hebben voorgedaan buiten toedoen van degene die zich erop beroept en waarvan de gevolgen ondanks alle voorzorgsmaatregelen niet hadden kunnen worden vermeden.

    2)

    Artikel 7, lid 4, van richtlijn 2008/118

    moet aldus worden uitgelegd dat

    de erkenning van het bestaan van „niet te voorziene omstandigheden” in de zin van die bepaling vereist, ten eerste, dat de algehele vernietiging of het onherstelbare verlies van accijnsgoederen te wijten is aan abnormale en onvoorzienbare omstandigheden die zich hebben voorgedaan buiten toedoen van de betrokken marktdeelnemer, hetgeen uitgesloten is wanneer deze omstandigheden onder de verantwoordelijkheid van die marktdeelnemer vallen, en ten tweede, dat deze marktdeelnemer de zorgvuldigheid heeft betracht die normaal in het kader van zijn activiteit vereist is om zich tegen de gevolgen van een dergelijke gebeurtenis te beschermen.

    3)

    Artikel 7, lid 4, van richtlijn 2008/118

    moet aldus worden uitgelegd dat

    het in de weg staat aan een nationaalrechtelijke bepaling van een lidstaat volgens welke feiten die neerkomen op een niet-ernstige fout en die kunnen worden toegerekend aan de betrokken tot voldoening van accijns gehouden persoon, in alle gevallen worden gelijkgesteld met niet te voorziene omstandigheden en overmacht. Wanneer de handelingen die neerkomen op een niet-ernstige fout die heeft geleid tot de algehele vernietiging of het onherstelbare verlies van een accijnsgoed zijn verricht in het kader van een procedure tot denaturering waarvoor vooraf toestemming is verleend door de bevoegde nationale autoriteiten, moet deze vernietiging of dit verlies worden geacht te hebben plaatsgevonden ingevolge instructies van de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat, zodat die vernietiging of dat verlies niet moet worden beschouwd als een uitslag tot verbruik in de zin van artikel 7 van richtlijn 2008/118.

    4)

    Artikel 7, lid 4, van richtlijn 2008/118

    moet aldus worden uitgelegd dat

    de uitdrukking „ingevolge instructies van de bevoegde autoriteiten” in de eerste alinea van deze bepaling niet aldus mag worden begrepen dat zij de lidstaten de mogelijkheid biedt om op algemene wijze te bepalen dat de algehele vernietiging of het onherstelbare verlies van onder een accijnsschorsingsregeling geplaatste accijnsgoederen geen uitslag tot verbruik vormt wanneer dit het gevolg is van een niet-ernstige fout.


    (1)   PB C 389 van 10.10.2022.


    ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/3420/oj

    ISSN 1977-0995 (electronic edition)


    Top