This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62022CA0006
Case C-6/22, M.B. and Others (Effects of the invalidation of a contract): Judgment of the Court (Sixth Chamber) of 16 March 2023 (request for a preliminary ruling from the Sąd Rejonowy dla Warszawy-Woli w Warszawie — Poland) — M.B., U.B., M.B. v X S.A. (Reference for a preliminary ruling — Consumer protection — Directive 93/13/EEC — Unfair terms in consumer contracts — Articles 6 and 7 — Effects of a declaration that a term is unfair — Mortgage loan agreement indexed to a foreign currency — Continued existence of the contract without unfair terms — Consumer’s wish to have the contract declared invalid — Application of the directive after the invalidation of the contract — Powers and obligations of the national court)
Zaak C-6/22, M.B. e.a. (Gevolgen van de nietigverklaring van een overeenkomst): Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 16 maart 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Rejonowy dla Warszawy-Woli w Warszawie — Polen) — M.B., U.B., M.B./X S.A. (Prejudiciële verwijzing – Consumentenbescherming – Richtlijn 93/13/EEG – Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten – Artikelen 6 en 7 – Gevolgen van de vaststelling van het oneerlijke karakter van een beding – Hypothecaire lening die is gekoppeld aan een vreemde valuta – Voortbestaan van de overeenkomst zonder de oneerlijke bedingen – Wil van de consument om de overeenkomst nietig te laten verklaren – Toepassing van de richtlijn na nietigverklaring van de overeenkomst – Bevoegdheden en verplichtingen van de nationale rechter)
Zaak C-6/22, M.B. e.a. (Gevolgen van de nietigverklaring van een overeenkomst): Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 16 maart 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Rejonowy dla Warszawy-Woli w Warszawie — Polen) — M.B., U.B., M.B./X S.A. (Prejudiciële verwijzing – Consumentenbescherming – Richtlijn 93/13/EEG – Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten – Artikelen 6 en 7 – Gevolgen van de vaststelling van het oneerlijke karakter van een beding – Hypothecaire lening die is gekoppeld aan een vreemde valuta – Voortbestaan van de overeenkomst zonder de oneerlijke bedingen – Wil van de consument om de overeenkomst nietig te laten verklaren – Toepassing van de richtlijn na nietigverklaring van de overeenkomst – Bevoegdheden en verplichtingen van de nationale rechter)
PB C 164 van 8.5.2023, p. 13–13
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
8.5.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 164/13 |
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 16 maart 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Rejonowy dla Warszawy-Woli w Warszawie — Polen) — M.B., U.B., M.B./X S.A.
[Zaak C-6/22 (1), M.B. e.a. (Gevolgen van de nietigverklaring van een overeenkomst)]
(Prejudiciële verwijzing - Consumentenbescherming - Richtlijn 93/13/EEG - Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten - Artikelen 6 en 7 - Gevolgen van de vaststelling van het oneerlijke karakter van een beding - Hypothecaire lening die is gekoppeld aan een vreemde valuta - Voortbestaan van de overeenkomst zonder de oneerlijke bedingen - Wil van de consument om de overeenkomst nietig te laten verklaren - Toepassing van de richtlijn na nietigverklaring van de overeenkomst - Bevoegdheden en verplichtingen van de nationale rechter)
(2023/C 164/17)
Procestaal: Pools
Verwijzende rechter
Sąd Rejonowy dla Warszawy-Woli w Warszawie
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: M.B., U.B., M.B.
Verwerende partij: X S.A.
Dictum
1) |
Artikel 6, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten moet aldus worden uitgelegd dat het in geval van nietigverklaring van een overeenkomst tussen een consument en een verkoper wegens het oneerlijke karakter van een van de bedingen ervan, aan de lidstaten staat om in hun nationale recht de gevolgen van die nietigverklaring te regelen, met inachtneming van de door deze richtlijn aan de consument verleende bescherming, in het bijzonder door ervoor te zorgen dat de juridische en feitelijke situatie waarin de consument zich zonder dat oneerlijke beding zou hebben bevonden, wordt hersteld. |
2) |
Artikel 6, lid 1, en artikel 7, lid 1, van richtlijn 93/13 moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich ertegen verzetten dat de nationale rechter ambtshalve, buiten enige mogelijkheid die het nationale recht hem daartoe biedt, de vermogenssituatie onderzoekt van een consument die heeft verzocht om nietigverklaring van een overeenkomst met een verkoper omdat deze een oneerlijk beding bevat zonder hetwelk de overeenkomst juridisch niet kan voortbestaan, ook al kan deze nietigverklaring voor de consument uiterst nadelige gevolgen hebben, en daarnaast weigert die overeenkomst nietig te verklaren wanneer de consument daar uitdrukkelijk om heeft verzocht na objectief en uitputtend te zijn ingelicht over de rechtsgevolgen en de uiterst nadelige economische gevolgen die deze nietigverklaring voor hem kan hebben. |
3) |
Artikel 6, lid 1, van richtlijn 93/13 moet aldus worden uitgelegd dat het zich ertegen verzet dat de nationale rechter, na te hebben vastgesteld dat een beding in een overeenkomst tussen een verkoper en een consument oneerlijk is, de uit de schrapping van het oneerlijke beding voortvloeiende leemten in de overeenkomst kan aanvullen door toepassing van een nationaalrechtelijke bepaling die niet van aanvullend recht is. Desalniettemin dient deze rechter, met inachtneming van het volledige nationale recht, alle maatregelen te nemen die noodzakelijk zijn om de consument te beschermen tegen de uiterst nadelige gevolgen die de nietigverklaring van de betrokken kredietovereenkomst voor hem zou kunnen hebben. |