EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021TN0528

Zaak T-528/21: Beroep ingesteld op 27 augustus 2021 — Neratax/EUIPO — Piraeus Bank e.a. (ELLO ERMOL, Ello creamy, ELLO, MORFAT Creamy en MORFAT)

PB C 462 van 15.11.2021, p. 46–47 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.11.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 462/46


Beroep ingesteld op 27 augustus 2021 — Neratax/EUIPO — Piraeus Bank e.a. (ELLO ERMOL, Ello creamy, ELLO, MORFAT Creamy en MORFAT)

(Zaak T-528/21)

(2021/C 462/55)

Taal van het verzoekschrift: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Neratax LTD (Nicosia, Cyprus) (vertegenwoordiger: V. Katsavos, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)

Andere partijen in de procedure voor de kamer van beroep: Piraeus Bank SA (Athene, Griekenland), National Bank of Greece (Athene) en Eurobank Ergasias SA (Athene)

Gegevens betreffende de procedure voor het EUIPO

Houder van het betrokken merk: verzoekende partij

Betrokken merk: Uniewoordmerken ELLO en MORFAT en Uniebeeldmerken ELLO ERMOL, Ello Creamy en MORFAT Creamy — Uniemerken nrs. 12 549 499 (ELLO), 12 549 821 (MORFAT), 14 715 783 (ELLO ERMOL), 14 722 243 (Ello creamy) en 14 715 726 (MORFAT Creamy)

Procedure voor het EUIPO: nietigheidsprocedure

Bestreden beslissingen: beslissingen van de vierde kamer van beroep van het EUIPO van 23 juni 2021 in de zaken R 1295/2020-4, R 1296/2020-4, R 1298/2020-4, R 1299/2020-4 en R 1302/2020-4

Conclusies

de bestreden beslissingen intrekken en vernietigen;

verklaren dat de aangevraagde merken het intellectuele eigendom van de verzoekende partij zijn;

de verwerende partij en de andere partijen verwijzen in de kosten van de onderhavige procedure.

Aangevoerde middelen

schending van de artikelen 101 tot en met 106 VWEU;

schending van de artikelen 19 tot en met 29 van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad;

schending van overweging 7 en artikel 17, lid 3, van gedelegeerde verordening (EU) 2018/625 van de Commissie.


Top