This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62021TA0611
Case T-611/21: Judgment of the General Court of 30 November 2022 — ADS L. Kowalik, B. Włodarczyk v EUIPO — ESSAtech (Accessory for wireless remote control) (Community design — Invalidity proceedings — Registered Community design representing an accessory for wireless remote control — Ground for invalidity — Features of appearance of a product solely dictated by its technical function — Article 8(1) and Article 25(1)(b) of Regulation (EC) No 6/2002 — Facts or evidence submitted for the first time before the Board of Appeal — Article 63(2) of Regulation No 6/2002 — Obligation to state reasons — Article 41(1) and (2)(c) of the Charter of Fundamental Rights)
Zaak T-611/21: Arrest van het Gerecht van 30 november 2022 — ADS L. Kowalik, B. Włodarczyk/EUIPO — ESSAtech (Accessoire voor een draadloze afstandsbediening) [“Gemeenschapsmodel – Nietigheidsprocedure – Ingeschreven gemeenschapsmodel dat een accessoire voor een draadloze afstandsbediening weergeeft – Nietigheidsgrond – Uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel die uitsluitend door de technische functie van dat voortbrengsel worden bepaald – Artikel 8, lid 1, en artikel 25, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 6/2002 – Feiten of bewijzen die voor het eerst bij de kamer van beroep worden aangedragen – Artikel 63, lid 2, van verordening nr. 6/2002 – Motiveringsplicht – Artikel 41, lid 1 en lid 2, onder c), van het Handvest van de grondrechten”]
Zaak T-611/21: Arrest van het Gerecht van 30 november 2022 — ADS L. Kowalik, B. Włodarczyk/EUIPO — ESSAtech (Accessoire voor een draadloze afstandsbediening) [“Gemeenschapsmodel – Nietigheidsprocedure – Ingeschreven gemeenschapsmodel dat een accessoire voor een draadloze afstandsbediening weergeeft – Nietigheidsgrond – Uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel die uitsluitend door de technische functie van dat voortbrengsel worden bepaald – Artikel 8, lid 1, en artikel 25, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 6/2002 – Feiten of bewijzen die voor het eerst bij de kamer van beroep worden aangedragen – Artikel 63, lid 2, van verordening nr. 6/2002 – Motiveringsplicht – Artikel 41, lid 1 en lid 2, onder c), van het Handvest van de grondrechten”]
PB C 45 van 6.2.2023, p. 16–16
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
6.2.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 45/16 |
Arrest van het Gerecht van 30 november 2022 — ADS L. Kowalik, B. Włodarczyk/EUIPO — ESSAtech (Accessoire voor een draadloze afstandsbediening)
(Zaak T-611/21) (1)
(“Gemeenschapsmodel - Nietigheidsprocedure - Ingeschreven gemeenschapsmodel dat een accessoire voor een draadloze afstandsbediening weergeeft - Nietigheidsgrond - Uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel die uitsluitend door de technische functie van dat voortbrengsel worden bepaald - Artikel 8, lid 1, en artikel 25, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 6/2002 - Feiten of bewijzen die voor het eerst bij de kamer van beroep worden aangedragen - Artikel 63, lid 2, van verordening nr. 6/2002 - Motiveringsplicht - Artikel 41, lid 1 en lid 2, onder c), van het Handvest van de grondrechten”)
(2023/C 45/24)
Procestaal: Pools
Partijen
Verzoekende partij: ADS L. Kowalik, B. Włodarczyk s.c. (Sosnowiec, Polen) (vertegenwoordiger: M. Oleksyn, advocaat)
Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Chylińska et J. Ivanauskas, gemachtigden)
Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep van het EUIPO: ESSAtech (Přistoupim, Tsjechië)
Voorwerp
Met haar beroep krachtens artikel 263 VWEU vordert verzoekster vernietiging van de beslissing van de derde kamer van beroep van het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) van 5 juli 2021 (zaak R 1070/2020-3).
Dictum
1) |
De beslissing van de derde kamer van beroep van het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) van 5 juli 2021 (zaak R 1070/2020-3) wordt vernietigd. |
2) |
Het EUIPO wordt verwezen in de kosten van de procedure bij de kamer van beroep van het EUIPO en in die van de procedure bij het Gerecht. |