Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CN0700

    Zaak C-700/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte costituzionale (Italië) op 22 november 2021 — O.G.

    PB C 73 van 14.2.2022, p. 14–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
    PB C 73 van 14.2.2022, p. 6–6 (GA)

    14.2.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 73/14


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte costituzionale (Italië) op 22 november 2021 — O.G.

    (Zaak C-700/21)

    (2022/C 73/19)

    Procestaal: Italiaans

    Verwijzende rechter

    Corte costituzionale

    Partij in de strafzaak

    O.G.

    Prejudiciële vragen

    a)

    Verzet artikel 4, punt 6, van [kaderbesluit] 2002/584/JBZ (1), van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het Europees aanhoudingsbevel en de procedures van overlevering tussen de lidstaten, uitgelegd in het licht van artikel 1, lid 3, van dit kaderbesluit en artikel 7 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, zich tegen een regeling als de Italiaanse die — in het kader van een procedure betreffende een Europees arrestatiebevel met het oog op de uitvoering van een straf of maatregel — de uitvoerende rechterlijke autoriteiten absoluut en automatisch belet om overlevering te weigeren van onderdanen van derde landen die ingezetenen zijn of verblijven op Italiaans grondgebied, ongeacht de banden die zij met dit grondgebied hebben?

    b)

    indien de vraag onder a) bevestigend wordt beantwoord: op grond van welke criteria en veronderstellingen moeten dergelijke banden worden beschouwd als dermate belangrijk dat de rechterlijke autoriteit de tenuitvoerlegging van de overlevering moet weigeren?


    (1)  PB 2002, L 190, blz. 1.


    Top