This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62021CN0374
Case C-374/21: Request for a preliminary ruling from the Supremo Tribunal Administrativo (Portugal) lodged on 18 June 2021 — Instituto de Financiamento da Agricultura e Pescas IP (IFAP) v AB, CD, EF
Zaak C-374/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supremo Tribunal Administrativo (Portugal) op 18 juni 2021 — Instituto de Financiamento da Agricultura e Pescas IP (IFAP) / AB, CD en EF
Zaak C-374/21: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supremo Tribunal Administrativo (Portugal) op 18 juni 2021 — Instituto de Financiamento da Agricultura e Pescas IP (IFAP) / AB, CD en EF
PB C 357 van 6.9.2021, p. 10–11
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
6.9.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 357/10 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Supremo Tribunal Administrativo (Portugal) op 18 juni 2021 — Instituto de Financiamento da Agricultura e Pescas IP (IFAP) / AB, CD en EF
(Zaak C-374/21)
(2021/C 357/13)
Procestaal: Portugees
Verwijzende rechter
Supremo Tribunal Administrativo
Partijen in het hoofdgeding
Appellant: Instituto de Financiamento da Agricultura e Pescas IP (IFAP)
Geïntimeerden: AB, CD en EF
Prejudiciële vragen
1) |
Verzet artikel 3, lid 1, van verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van 18 december 1995 (1) zich tegen een nationale regeling volgens welke de verjaringstermijn van vier of acht jaar niet kan worden toegepast in een procedure tot gedwongen tenuitvoerlegging omdat hierover alleen kan worden geoordeeld in een bestuursrechtelijk beroep tegen het besluit waarbij de terugbetaling wordt gelast van bedragen die wegens een onregelmatigheid ten onrechte zijn ontvangen? Bij een ontkennend antwoord op deze vraag wordt de volgende vraag gesteld: |
2) |
Moet de termijn van drie jaar van artikel 3, lid 2, van verordening nr. 2988/95 worden beschouwd als de verjaringstermijn van de schuld die is ontstaan met de totstandkoming van het besluit waarbij de terugbetaling wordt gevorderd van de wegens onregelmatigheden in de financiering ten onrechte ontvangen bedragen, en gaat die termijn in op de datum waarop dat besluit tot stand is gekomen? Bij een ontkennend antwoord op deze vraag wordt ook de volgende vraag gesteld: |
3) |
Verzet artikel 3 van verordening nr. 2988/95 zich tegen een nationale regeling volgens welke de [verjarings]termijn van de schuld wordt gestuit wanneer, in het kader van een gedwongen tenuitvoerlegging tegen secundair aansprakelijken van de begunstigde vennootschap, die aansprakelijken naar behoren aangeschreven zijn, en deze termijn geschorst blijft totdat er een onherroepelijke of in kracht van gewijsde gegane beslissing is genomen op het door hen ingestelde verzet? |
(1) Verordening van de Raad betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PB 1995, L 312, blz. 1).