Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CA0491

    Zaak C-491/21, Direcţia pentru Evidenţa Persoanelor şi Administrarea Bazelor de Date: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 22 februari 2024 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Înalta Curte de Casaţie şi Justiţie - Roemenië) – WA / Direcţia pentru Evidenţa Persoanelor şi Administrarea Bazelor de Date din Ministerul Afacerilor Interne (Prejudiciële verwijzing – Burgerschap van de Unie – Artikel 21, lid 1, VWEU – Recht om vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven – Artikel 45 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie – Richtlijn 2004/38/EG – Artikel 4 – Afgifte van een identiteitskaart – Voorwaarde van woonplaats in de lidstaat van afgifte van dat document – Weigering van de autoriteiten van die lidstaat om een identiteitskaart af te geven aan een van zijn onderdanen die in een andere lidstaat woont – Gelijke behandeling – Beperkingen – Rechtvaardiging)

    PB C, C/2024/2385, 8.4.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/2385/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/2385/oj

    European flag

    Publicatieblad
    van de Europese Unie

    NL

    C-serie


    C/2024/2385

    8.4.2024

    Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 22 februari 2024 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Înalta Curte de Casaţie şi Justiţie — Roemenië) — WA / Direcţia pentru Evidenţa Persoanelor şi Administrarea Bazelor de Date din Ministerul Afacerilor Interne

    (Zaak C-491/21 (1), Direcţia pentru Evidenţa Persoanelor şi Administrarea Bazelor de Date)

    (Prejudiciële verwijzing - Burgerschap van de Unie - Artikel 21, lid 1, VWEU - Recht om vrij op het grondgebied van de lidstaten te reizen en te verblijven - Artikel 45 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Richtlijn 2004/38/EG - Artikel 4 - Afgifte van een identiteitskaart - Voorwaarde van woonplaats in de lidstaat van afgifte van dat document - Weigering van de autoriteiten van die lidstaat om een identiteitskaart af te geven aan een van zijn onderdanen die in een andere lidstaat woont - Gelijke behandeling - Beperkingen - Rechtvaardiging)

    (C/2024/2385)

    Procestaal: Roemeens

    Verwijzende rechter

    Înalta Curte de Casaţie şi Justiţie

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: WA

    Verwerende partij: Direcţia pentru Evidenţa Persoanelor şi Administrarea Bazelor de Date din Ministerul Afacerilor Interne

    Dictum

    Artikel 21 VWEU en artikel 45, lid 1, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, gelezen in samenhang met artikel 4, lid 3, van richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende het recht van vrij verkeer en verblijf op het grondgebied van de lidstaten voor de burgers van de Unie en hun familieleden, tot wijziging van verordening (EEG) nr. 1612/68 en tot intrekking van de richtlijnen 64/221/EEG, 68/360/EEG, 72/194/EEG, 73/148/EEG, 75/34/EEG, 75/35/EEG, 90/364/EEG, 90/365/EEG en 93/96/EEG

    moeten aldus worden uitgelegd dat

    zij zich verzetten tegen een wettelijke regeling van een lidstaat op grond waarvan een burger van de Europese Unie, een onderdaan van deze lidstaat die gebruik heeft gemaakt van zijn recht om vrij in een andere lidstaat te reizen en te verblijven, de afgifte van een identiteitskaart met de waarde van een reisdocument binnen de Europese Unie wordt geweigerd op de enkele grond dat hij zijn woonplaats op het grondgebied van die andere lidstaat heeft gevestigd.


    (1)   PB C 481 van 29.11.2021.


    ELI: http://data.europa.eu/eli/C/2024/2385/oj

    ISSN 1977-0995 (electronic edition)


    Top