Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CA0396

    Zaak C-396/21: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 12 januari 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht München I — Duitsland) — KT, NS / FTI Touristik GmbH [Prejudiciële verwijzing – Richtlijn (EU) 2015/2302 – Artikel 14, lid 1 – Pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen – Uitvoering van een pakketreisovereenkomst – Aansprakelijkheid van de betrokken organisator – Maatregelen om de wereldwijde verspreiding van een besmettelijke ziekte tegen te gaan – COVID-19-pandemie – Beperkingen die zijn opgelegd op de plaats van bestemming en in de woonplaats van de betrokken reiziger, alsook in andere landen – Non-conformiteit van de in het kader van de betrokken pakketreis verrichte diensten – Passende verlaging van de prijs van deze pakketreis]

    PB C 71 van 27.2.2023, p. 11–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    27.2.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 71/11


    Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 12 januari 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht München I — Duitsland) — KT, NS / FTI Touristik GmbH

    (Zaak C-396/21) (1)

    (Prejudiciële verwijzing - Richtlijn (EU) 2015/2302 - Artikel 14, lid 1 - Pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen - Uitvoering van een pakketreisovereenkomst - Aansprakelijkheid van de betrokken organisator - Maatregelen om de wereldwijde verspreiding van een besmettelijke ziekte tegen te gaan - COVID-19-pandemie - Beperkingen die zijn opgelegd op de plaats van bestemming en in de woonplaats van de betrokken reiziger, alsook in andere landen - Non-conformiteit van de in het kader van de betrokken pakketreis verrichte diensten - Passende verlaging van de prijs van deze pakketreis)

    (2023/C 71/12)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Landgericht München I

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partijen: KT, NS

    Verwerende partij: FTI Touristik GmbH

    Dictum

    Artikel 14, lid 1, van richtlijn (EU) 2015/2302 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende pakketreizen en gekoppelde reisarrangementen, houdende wijziging van verordening (EG) nr. 2006/2004 en van richtlijn 2011/83/EU van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van richtlijn 90/314/EEG van de Raad

    moet aldus worden uitgelegd dat

    een reiziger recht heeft op een verlaging van de prijs van zijn pakketreis wanneer een non-conformiteit van de in zijn pakketreis begrepen reisdiensten te wijten is aan beperkingen die op zijn reisbestemming zijn opgelegd om de verspreiding van een besmettelijke ziekte tegen te gaan en dergelijke beperkingen ook in de woonplaats van de reiziger alsmede in andere landen zijn opgelegd vanwege de wereldwijde verspreiding van die ziekte. Om passend te zijn, moet deze prijsverlaging worden beoordeeld in het licht van de in de betrokken pakketreis begrepen diensten en overeenkomen met de waarde van de diensten waarvan de non-conformiteit is vastgesteld.


    (1)  PB C 382 van 20.9.2021.


    Top