EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CA0129

Zaak C-129/21: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 27 oktober 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het hof van beroep te Brussel — België) — Proximus NV / Gegevensbeschermingsautoriteit [Prejudiciële verwijzing – Verwerking van persoonsgegevens en bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie – Richtlijn 2002/58/EG – Artikel 12 – Openbare telefoongidsen en telefooninlichtingendiensten – Toestemming van de abonnee – Verplichtingen van de aanbieder van abonneelijsten en inlichtingendiensten – Verordening (EU) 2016/679 – Artikel 17 – Recht op gegevenswissing (“recht op vergetelheid”) – Artikel 5, lid 2 – Artikel 24 – Informatieverplichtingen en verantwoordelijkheid van de verwerkingsverantwoordelijke]

PB C 472 van 12.12.2022, p. 11–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

12.12.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 472/11


Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 27 oktober 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het hof van beroep te Brussel — België) — Proximus NV / Gegevensbeschermingsautoriteit

(Zaak C-129/21) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Verwerking van persoonsgegevens en bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie - Richtlijn 2002/58/EG - Artikel 12 - Openbare telefoongidsen en telefooninlichtingendiensten - Toestemming van de abonnee - Verplichtingen van de aanbieder van abonneelijsten en inlichtingendiensten - Verordening (EU) 2016/679 - Artikel 17 - Recht op gegevenswissing (“recht op vergetelheid”) - Artikel 5, lid 2 - Artikel 24 - Informatieverplichtingen en verantwoordelijkheid van de verwerkingsverantwoordelijke)

(2022/C 472/13)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Hof van beroep te Brussel

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Proximus NV

Verwerende partij: Gegevensbeschermingsautoriteit

Dictum

1)

Artikel 12, lid 2, van richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie), zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/136/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009, gelezen in samenhang met artikel 2, tweede alinea, onder f), van deze richtlijn en artikel 95 van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming),

moet aldus worden uitgelegd dat:

de “toestemming” in de zin van artikel 4, punt 11, van deze verordening van de abonnee van een operator van telefoondiensten vereist is voor het opnemen van de persoonsgegevens van die abonnee in voor het publiek beschikbare telefoongidsen en telefooninlichtingendiensten die door andere aanbieders dan die operator worden uitgegeven; deze toestemming kan aan die operator of aan een van die aanbieders worden gegeven.

2)

Artikel 17 van verordening 2016/679

moet aldus worden uitgelegd dat:

het verzoek van een abonnee tot verwijdering van zijn persoonsgegevens uit telefoongidsen en telefooninlichtingendiensten die voor het publiek beschikbaar zijn, een uitoefening van het “recht op gegevenswissing” in de zin van dit artikel vormt.

3)

Artikel 5, lid 2, en artikel 24 van verordening 2016/679

moeten aldus worden uitgelegd dat:

een nationale toezichthoudende autoriteit kan eisen dat de aanbieder van telefoongidsen en telefooninlichtingendiensten die voor het publiek beschikbaar zijn, als verwerkingsverantwoordelijke, passende technische en organisatorische maatregelen neemt om de derde verwerkingsverantwoordelijken, te weten de operator van telefoondiensten die hem de persoonsgegevens van zijn abonnee heeft verstrekt en de andere aanbieders van voor het publiek beschikbare telefoongidsen en telefooninlichtingendiensten aan wie hij die gegevens heeft verstrekt, te informeren over de intrekking van de toestemming door die abonnee.

4)

Artikel 17, lid 2, van verordening 2016/679

moet aldus worden uitgelegd dat:

het zich er niet tegen verzet dat een nationale toezichthoudende autoriteit een aanbieder van voor het publiek beschikbare telefoongidsen en telefooninlichtingendiensten die door de abonnee van een operator van telefoondiensten is verzocht om de hem betreffende persoonsgegevens niet langer te publiceren, gelast “redelijke maatregelen” in de zin van deze bepaling te treffen om de aanbieders van zoekmachines te informeren over dat verzoek tot gegevenswissing.


(1)  PB C 189 van 17.5.2021.


Top