EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020TN0400

Zaak T-400/20: Beroep ingesteld op 29 juni 2020 — El Corte Inglés/EUIPO — Rudolf Böckenholt (LLOYD’S)

PB C 262 van 10.8.2020, p. 37–38 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

10.8.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 262/37


Beroep ingesteld op 29 juni 2020 — El Corte Inglés/EUIPO — Rudolf Böckenholt (LLOYD’S)

(Zaak T-400/20)

(2020/C 262/50)

Taal van het verzoekschrift: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: El Corte Inglés, SA (Madrid, Spanje) (vertegenwoordiger: J. L. Rivas Zurdo, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Rudolf Böckenholt GmbH & Co. KG (Ostbevern, Duitsland)

Gegevens betreffende de procedure voor het EUIPO

Houder van het betrokken merk: verzoekster voor het Gerecht

Betrokken merk: Beeldmerk LLOYD’S — Uniemerk nr. 2 957 132

Procedure voor het EUIPO: nietigheidsprocedure

Bestreden beslissing: beslissing van de eerste kamer van beroep van het EUIPO van 14 april 2020 in zaak R 1119/2019-1

Conclusies

vernietiging van de bestreden beslissing, voor zover door de verwerping van het beroep van El Corte Inglés, SA de beslissing van de nietigheidsafdeling houdende gedeeltelijke toewijzing van de vordering tot nietigverklaring nr. 18 381 C wordt bevestigd en de gedeeltelijke nietigverklaring van Uniebeeldmerk LLOYD’S (nr. 2 957 132) voor “hieruit (uit leder en kunstleder) vervaardigde producten voor zover niet begrepen in andere klassen, uitgezonderd leder voor de vervaardiging van schoeisel” van klasse 18 wordt bevestigd;

verwijzing van de tegenpartij(en) in de kosten.

Aangevoerde middelen

schending van artikel 60, lid 1, onder a), juncto artikel 8, lid 1, onder b), van verordening 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad;

tegenstrijdigheid met de beslissing van de eerste kamer van beroep van het EUIPO van 23 oktober 2009 in procedure R 562/2006-1;

tegenstrijdigheid en gebrek aan coherentie van de beslissing met betrekking tot de argumenten waarop de beslissing is gebaseerd, en schending van artikel 32, i), van gedelegeerde verordening (EU) 2017/1430 van de Commissie.


Top