This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62020CN0701
Case C-701/20: Request for a preliminary ruling from the Oberster Gerichtshof (Austria) lodged on 22 December 2020 — Avis Autovermietung Gesellschaft mbH v Verein für Konsumenteninformation
Zaak C-701/20: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk) op 22 december 2020 — Avis Autovermietung Gesellschaft mbH / Verein für Konsumenteninformation
Zaak C-701/20: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk) op 22 december 2020 — Avis Autovermietung Gesellschaft mbH / Verein für Konsumenteninformation
PB C 98 van 22.3.2021, p. 7–7
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
22.3.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 98/7 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberste Gerichtshof (Oostenrijk) op 22 december 2020 — Avis Autovermietung Gesellschaft mbH / Verein für Konsumenteninformation
(Zaak C-701/20)
(2021/C 98/08)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Oberste Gerichtshof
Partijen in het hoofdgeding
Verweerster en verzoekster tot Revision: Avis Autovermietung Gesellschaft mbH
Verzoeker en verweerder in Revision: Verein für Konsumenteninformation
Prejudiciële vraag
Staan de bepalingen in hoofdstuk VIII — en inzonderheid artikel 80, leden 1 en 2, en artikel 84, lid 1, van verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (1) (hierna: “AVG”) — in de weg aan nationale regelingen die, naast de bevoegdheden tot optreden van de voor het toezicht op en de handhaving van de verordening bevoegde autoriteiten en de aan de betrokkene geboden rechtsbeschermingsmogelijkheden, zowel aan concurrenten als aan naar nationaal recht beroepsgerechtigde verenigingen, organen en beroepsorganisaties de bevoegdheid verlenen om wegens schendingen van de AVG bij de civiele rechter op te komen tegen de inbreukmaker, op grond van het verbod op oneerlijke handelspraktijken, schending van een consumentenbeschermingswet of het verbod op de toepassing van ongeldige algemene voorwaarden, ongeacht of een individuele betrokkene in zijn concrete rechten is geschonden en zonder daartoe door een betrokkene te zijn gemachtigd?