Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CN0194

    Zaak C-194/20: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Düsseldorf (Duitsland) op 8 mei 2020 — BY, CX, FU, DW, EV / Stadt Duisburg

    PB C 262 van 10.8.2020, p. 14–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    10.8.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 262/14


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Düsseldorf (Duitsland) op 8 mei 2020 — BY, CX, FU, DW, EV / Stadt Duisburg

    (Zaak C-194/20)

    (2020/C 262/17)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Verwaltungsgericht Düsseldorf

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partijen: BY, CX, FU, DW, EV

    Verwerende partij: Stadt Duisburg

    Prejudiciële vragen

    1)

    Omvat het in artikel 9, eerste volzin, van besluit nr. 1/80 (1) bedoelde recht van Turkse kinderen tevens een recht van verblijf in de ontvangende lidstaat zonder dat daaraan nadere voorwaarden worden gesteld?

    2)

    In het geval dat de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord:

    a)

    Vereist het recht van verblijf krachtens artikel 9, eerste volzin, van besluit nr. 1/80 dat de ouders van de Turkse kinderen die zich op deze bepaling kunnen beroepen reeds rechten krachtens artikel 6, lid 1, of artikel 7 van besluit nr. 1/80 hebben verworven?

    b)

    In het geval dat de tweede vraag, onder a), ontkennend wordt beantwoord: Moet het begrip “legaal tewerkgesteld” in de zin van artikel 9, eerste volzin, van besluit nr. 1/80 op dezelfde wijze worden uitgelegd als in artikel 6, lid 1, van dat besluit?

    c)

    In het geval dat de tweede vraag, onder a), ontkennend wordt beantwoord: Kan een recht van verblijf van Turkse kinderen krachtens artikel 9, eerste volzin, van besluit nr. 1/80 reeds ontstaan nadat een ouder in de ontvangende lidstaat (slechts) drie maanden legaal tewerkgesteld is?

    d)

    In het geval dat de tweede vraag, onder a), ontkennend wordt beantwoord: Vloeit uit het verblijfsrecht van de Turkse kinderen ook een verblijfsrecht voor een of beide ouders met gezagsrecht voort zonder dat daaraan nadere voorwaarden worden gesteld?


    (1)  Besluit nr. 1/80 van de Associatieraad van 19 september 1980 betreffende de ontwikkeling van de Associatie.


    Top