Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CN0186

Zaak C-186/20: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Najvyšší súd Slovenskej republiky (Slowakije) op 29 april 2020 — HYDINA SK/Finančné riaditeľstvo Slovenskej republiky

PB C 222 van 6.7.2020, p. 20–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

6.7.2020   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 222/20


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Najvyšší súd Slovenskej republiky (Slowakije) op 29 april 2020 — HYDINA SK/Finančné riaditeľstvo Slovenskej republiky

(Zaak C-186/20)

(2020/C 222/23)

Procestaal: Slowaaks

Verwijzende rechter

Najvyšší súd Slovenskej republiky

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: HYDINA SK s.r.o.

Verwerende partij: Finančné riaditeľstvo Slovenskej republiky

Prejudiciële vragen

1)

Moet overweging 25 van verordening (EU) nr. 904/2010 (1) van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde, waarin is overwogen dat “de in deze verordening voor het verstrekken van inlichtingen gestelde termijnen als niet te overschrijden maximumtermijnen te beschouwen” zijn, aldus worden uitgelegd dat het gaat om termijnen die niet mogen worden overschreden en dat de overschrijding ervan tot gevolg heeft dat de schorsing van de belastingcontrole onrechtmatig is?

2)

Heeft de niet-nakoming van de termijnen voor de totstandbrenging van internationale uitwisseling van inlichtingen in de zin van verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde gevolgen (in de vorm van een sanctie) voor de aangezochte autoriteit en de verzoekende autoriteit?

3)

Kan internationale uitwisseling van inlichtingen waarbij de termijnen worden overschreden die in verordening (EU) nr. 904/2010 van de Raad van 7 oktober 2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde zijn neergelegd, worden beschouwd als een onrechtmatige inbreuk op de rechten van de belastingplichtige?


(1)  PB 2010, L 268, blz. 1.


Top