EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CJ0062

Arrest van het Hof (Tiende kamer) van 15 april 2021.
Vogel Import Export NV tegen Belgische Staat.
Verzoek van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel om een prejudiciële beslissing.
Prejudiciële verwijzing – Verordening (EEG) nr. 2658/87 – Douane-unie – Gemeenschappelijk douanetarief – Tariefindeling – Gecombineerde nomenclatuur – Tariefposten – Tariefposten 4407 en 4409 – Geschaafde houten planken waarvan de vier hoeken licht zijn afgerond over de gehele lengte van de plank.
Zaak C-62/20.

ECLI identifier: ECLI:EU:C:2021:288

 ARREST VAN HET HOF (Tiende kamer)

15 april 2021 ( *1 )

„Prejudiciële verwijzing – Verordening (EEG) nr. 2658/87 – Douane-unie – Gemeenschappelijk douanetarief – Tariefindeling – Gecombineerde nomenclatuur – Tariefposten – Tariefposten 4407 en 4409 – Geschaafde houten planken waarvan de vier hoeken licht zijn afgerond over de gehele lengte van de plank”

In zaak C‑62/20,

betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 267 VWEU, ingediend door de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel (België) bij beslissing van 17 januari 2020, ingekomen bij het Hof op 6 februari 2020, in de procedure

Vogel Import Export NV

tegen

Belgische Staat,

wijst

HET HOF (Tiende kamer),

samengesteld als volgt: M. Ilešič, kamerpresident, E. Juhász (rapporteur) en I. Jarukaitis, rechters,

advocaat-generaal: G. Hogan,

griffier: A. Calot Escobar,

gezien de stukken,

gelet op de opmerkingen van:

Vogel Import Export NV, vertegenwoordigd door J. De Bruyn en E. Gevers, advocaten,

de Belgische regering, vertegenwoordigd door S. Baeyens, J.‑C. Halleux en C. Pochet als gemachtigden,

de Europese Commissie, vertegenwoordigd door M. Salyková en P. Vanden Heede als gemachtigden,

gelet op de beslissing, de advocaat-generaal gehoord, om de zaak zonder conclusie te berechten,

het navolgende

Arrest

1

Het verzoek om een prejudiciële beslissing betreft de uitlegging van de tariefposten 4407 en 4409 van de gecombineerde nomenclatuur in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB 1987, L 256, blz. 1), in de versie die voortvloeit uit uitvoeringsverordening (EU) 2016/1821 van de Commissie van 6 oktober 2016 (PB 2016, L 294, blz. 1) (hierna: „GN”).

2

Dit verzoek is ingediend in het kader van een geding tussen Vogel Import Export NV (hierna: „Vogel”) en de Belgische Staat over de tariefindeling van geschaafde houten planken waarvan de vier hoeken zijn afgerond over de gehele lengte van de plank.

Toepasselijke bepalingen

Internationaal recht

3

De Internationale Douaneraad, thans de Werelddouaneorganisatie (WCO), is opgericht bij het op 15 december 1950 te Brussel gesloten verdrag tot instelling van deze raad. Het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en codering van goederen (hierna: „GS”) is opgesteld door de WCO en aangenomen bij het op 14 juni 1983 te Brussel gesloten Internationaal Verdrag betreffende het geharmoniseerde systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen, dat met zijn wijzigingsprotocol van 24 juni 1986 namens de Europese Economische Gemeenschap is goedgekeurd bij besluit 87/369/EEG van de Raad van 7 april 1987 (PB 1987, L 198, blz. 1) (hierna: „GS-verdrag”).

4

Volgens artikel 3, lid 1, van het GS-verdrag verbindt elke verdragsluitende partij zich er met name toe om haar tarief- en statistieknomenclatuur in overeenstemming te brengen met het GS, om alle posten en onderverdelingen van het GS, zonder enige toevoeging of wijziging, alsmede de daarop betrekking hebbende codes te gebruiken, en om de volgorde van nummering van het GS in acht te nemen. Deze bepaling verplicht de verdragsluitende partijen er tevens toe de algemene regels voor de interpretatie van het GS, alsmede alle aantekeningen op de afdelingen, de hoofdstukken en de onderverdelingen van het GS toe te passen en de draagwijdte daarvan niet te wijzigen.

5

De WCO keurt de door het comité voor het GS vastgestelde toelichtingen en indelingsadviezen goed onder de in artikel 8 van het GS-verdrag vastgelegde voorwaarden.

6

De GS-toelichtingen op de relevante onderverdelingen van post 4407, „Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm”, luiden:

„Deze post omvat, op enkele uitzonderingen na, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild hout, met een dikte van meer dan 6 mm. Het komt voor in balken of binten, baddings, delen of planken, richels, schroten en producten gelijkwaardig aan gezaagd hout die met een langfreesbank zijn vervaardigd. Het op deze wijze verkregen hout heeft heel nauwkeurige afmetingen en een gladder oppervlak dan gezaagd hout, waardoor schaven overbodig wordt. Deze post omvat ook platen die zijn verkregen door het hout te snijden of te schillen, alsmede houten blokken en plankjes voor vloerbedekking, met uitzondering van plankjes waarvan ten minste één zijde of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (post 4409).

Deze post heeft eveneens betrekking op hout dat geen vierkante of rechthoekige doorsnede heeft, alsmede op hout waarvan de afmeting der doorsnede niet over de gehele lengte gelijk is.

Het hout van deze post mag eveneens geschaafd zijn (al dan niet met licht afgeronde hoeken aan de aanliggende zijden), geschuurd of in de lengte verbonden, bijvoorbeeld met vingerlasverbinding [...].

Van deze post zijn eveneens uitgezonderd:

[...]

d)

hout waarvan ten minste één zijde of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (post 4409)

[...]”.

7

De GS-toelichtingen op de relevante onderverdelingen van post 4409, „Hout (niet-ineengezette plankjes voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (geploegd, van sponningen voorzien, afgerond met V-verbinding of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden”, luiden als volgt:

„Deze post omvat hout, onder meer in de vorm van planken, dat na eerst vierkant te zijn behakt of gezaagd, ten minste één zijde of uiteinde heeft die [of dat] over de gehele lengte is geprofileerd om het samenvoegen te vergemakkelijken of voor de vervaardiging van staaflijsten, zoals beschreven in punt 4 hierna, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, bijvoorbeeld met vingerlasverbinding [...].

[...]

Deze post omvat eveneens:

1)

geschaafde planken met afgeronde zijkanten of uiteinden;

2)

hout met V-verbinding, waarvan de zijkanten of uiteinden zijn voorzien van messing en groef en dat gedeeltelijk schuin is afgekant, daaronder begrepen geploegd hout met een inkeping in het midden, dat soms is afgeschuind;

3)

geploegde planken voor plafonds of zolderingen, enzovoort, waarvan de zijranden, de uiteinden of het midden geprofileerd zijn;

4)

geprofileerd hout (ook staaflijst genoemd). Dit zijn houten latten van uiteenlopend profiel (mechanisch of met de hand verkregen), die worden gebruikt voor de vervaardiging van lijsten, voor het omlijsten van behangpapier of voor het versieren van timmerwerk;

5)

afgerond hout, zoals houtdraad, samengesteld uit uiterst dunne staafjes met in de regel een ronde doorsnede, dat onder meer bestemd is voor de vervaardiging van lucifers, van schoenpinnen, van bepaalde jaloezieën, van tandenstokers en van kaasmatjes. Deuvelhout op handelslengte, dat wil zeggen ronde houten staafjes of stangen van gelijkblijvende doorsnede met in de regel een diameter van 2 mm tot 75 mm en een lengte van 45 cm tot 250 cm, van een soort die bijvoorbeeld voor het verbinden van delen van houten meubelen wordt gebruikt, wordt eveneens onder deze post ingedeeld.

Deze post omvat eveneens plankjes voor vloerbedekking die bestaan uit vrij smalle houten plankjes, mits ze geprofileerd zijn (bijvoorbeeld voorzien van messing en groef). Indien enkel geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, bijvoorbeeld met vingerlasverbinding, worden ze ingedeeld onder post 4407.

Plankjes van triplex- of multiplexhout of met fineer beklede plankjes vallen onder post 4412.

[...]”

Unierecht

8

De tariefindeling van goederen die worden ingevoerd in de Europese Unie wordt geregeld door de GN, die gebaseerd is op het GS.

9

Volgens artikel 12, lid 1, van verordening nr. 2658/87, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 254/2000 van de Raad van 31 januari 2000 (PB 2000, L 28, blz. 16), stelt de Europese Commissie jaarlijks bij verordening een volledige versie vast van de GN, met het daarbij behorende tarief van de douanerechten, zoals die uit de door de Raad van de Europese Unie of de Commissie vastgestelde bepalingen voortvloeit. De genoemde verordening is van toepassing met ingang van 1 januari van het daaropvolgende jaar.

10

Aangezien de aanvraag voor een bindende tariefinlichting is ingediend op 30 oktober 2017, is op de feiten in het hoofdgeding de GN-versie voor het jaar 2017 van toepassing, die volgt uit uitvoeringsverordening 2016/1821 tot wijziging van bijlage I bij verordening nr. 2658/87.

11

Het eerste deel van de GN, met inleidende bepalingen, bevat een titel I, „Algemene regels”, waarvan afdeling A, met als opschrift „Algemene regels voor de interpretatie van de [GN]” (hierna: „algemene regels”), als volgt luidt:

„Voor de indeling van goederen in de [GN] gelden de volgende bepalingen.

1. De tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken wordt geacht slechts als aanwijzing te gelden; voor de indeling zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken en – voor zover [die] niet in strijd [zijn] met de bewoordingen van bedoelde posten en aantekeningen – de navolgende regels.

2.

a)

De vermelding van een goed in een post heeft eveneens betrekking op dat goed in niet-complete of in niet-afgewerkte staat, voor zover dit de essentiële kenmerken van het complete of het afgewerkte goed vertoont. Deze vermelding heeft eveneens betrekking op een compleet of een afgewerkt goed of een op grond van de voorgaande volzin als zodanig aan te merken goed, indien het wordt aangeboden in gedemonteerde of in niet-gemonteerde staat.

b)

Onder een in een post vermelde stof wordt niet alleen verstaan die stof in zuivere staat, doch ook vermengd of verbonden met andere stoffen. Evenzo worden onder werken van een genoemde stof niet alleen verstaan die werken die geheel uit die stof bestaan, doch ook werken die gedeeltelijk uit die stof bestaan. De vorenbedoelde mengsels en samengestelde werken worden ingedeeld met inachtneming van de onder 3 vermelde beginselen.

3. Indien goederen met toepassing van het bepaalde onder 2 b) of om enige andere reden vatbaar zijn voor indeling onder twee of meer posten, geschiedt de indeling als volgt:

a)

de post met de meest specifieke omschrijving heeft voorrang boven posten met een meer algemene strekking. Indien echter twee of meer posten elk afzonderlijk slechts betrekking hebben op een gedeelte van de stoffen of bestanddelen waaruit een mengsel of een goed is samengesteld of op een gedeelte van de artikelen, in het geval van goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, worden die posten, met betrekking tot bedoelde mengsels en goederen, aangemerkt als even specifiek, zelfs indien een van de andere posten daarvan een volledigere of nauwkeurigere omschrijving geeft;

b)

mengsels, werken die zijn samengesteld uit of met verschillende stoffen dan wel zijn vervaardigd door samenvoeging van verschillende goederen, zomede goederen in stellen of assortimenten opgemaakt voor de verkoop in het klein, waarvan de indeling niet mogelijk is aan de hand van het bepaalde onder 3 a), worden ingedeeld naar de stof of naar het goed waaraan de mengsels, de werken, de stellen of de assortimenten hun wezenlijk karakter ontlenen, indien dit kan worden bepaald;

c)

in de gevallen waarin de indeling aan de hand van het bepaalde onder 3 a) en 3 b) niet mogelijk is, wordt van de gelijkelijk in aanmerking komende posten, de post toegepast die in volgorde van nummering het laatst is geplaatst.

[...]

6. Voor de indeling van goederen onder de onderverdelingen van een post zijn wettelijk bepalend de bewoordingen van die onderverdelingen en de aanvullende aantekeningen, alsmede ‚mutatis mutandis’ de vorenstaande regels, met dien verstande dat uitsluitend onderverdelingen van gelijke rangorde met elkaar kunnen worden vergeleken. Voor de toepassing van deze regel en voor zover niet anders is bepaald, zijn de aantekeningen op de afdelingen en op de hoofdstukken eveneens van toepassing.”

12

Het tweede deel van de GN heeft als opschrift „Tabel van de rechten” en omvat afdeling IX, „Hout, houtskool en houtwaren; kurk en kurkwaren; vlechtwerk en mandenmakerswerk”.

13

Deze afdeling IX omvat hoofdstuk 44, dat als opschrift „Hout, houtskool en houtwaren” heeft.

14

Hoofdstuk 44 van de GN omvat post 4407, waartoe onder meer de onderverdelingen 440729 en 44072983 behoren:

4407

Hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm:

4407 29

– – ander:

 

– – – abura, acajou d’Afrique, afrormosia, ako, [...], ipé, [...], teak, tiama, tola, [...]:

4407 29 83

– – – – – – geschaafd

15

Hoofdstuk 44 van de GN omvat tevens post 4409, met daarin onder meer onderverdeling 44092200:

4409

Hout (niet-ineengezette plankjes voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (geploegd, van sponningen voorzien, afgerond met V-verbinding of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden:

4409 22 00

– – van tropisch hout

16

Krachtens artikel 9, lid 1, van verordening nr. 2658/87 stelt de Commissie toelichtingen bij de GN vast (hierna: „GN-toelichtingen”).

17

De GN-toelichtingen – die op 4 maart 2015 in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt (PB 2015, C 76, blz. 1) – bij de onderverdelingen 44072110 tot en met 44072995 luiden als volgt:

„van tropisch hout bedoeld bij aanvullende aantekening 2 op dit hoofdstuk”

en

„Zie eveneens de aanvullende GS-toelichting op dit hoofdstuk betreffende de benamingen van bepaalde tropische houtsoorten. Zie ook het aanhangsel bij de GS-toelichting op dit hoofdstuk.”

Hoofdgeding en prejudiciële vragen

18

Op 30 oktober 2017 heeft Vogel bij de bevoegde douaneautoriteit een aanvraag voor een bindende tariefinlichting ingediend voor planken van ipé-hout die langs elke zijde zijn geschaafd en waarvan de vier hoeken zijn afgerond over de gehele lengte van de plank. Door de gladde afronding die over de gehele lengte van de vier hoeken van dit artikel is aangebracht, heeft dit geen rechthoekige doorsnede meer.

19

Om het profiel van dit artikel te kunnen maken, moeten speciaal daartoe vervaardigde messen op de schaafbank worden gemonteerd. De handelsbenaming van het artikel geeft aan dat het hout aan de vier zijden is geschaafd en dat de vier hoeken zijn afgerond.

20

Op 7 december 2017 heeft de douaneautoriteit een bindende tariefinlichting afgegeven voor „geschaafde planken met een nagenoeg rechthoekige doorsnede en licht afgeronde lange zijden die geenszins het samenvoegen vergemakkelijken (niet geploegd, noch voorzien van sponningen of een V-verbinding), van Ipé[, die] een dikte [hebben] van 21 mm, [een breedte van] 145 mm [en] een lengte die varieert tussen 1,82 en 4,53 m”, waarbij zij deze goederen heeft ingedeeld in onderverdeling 44072983 van de GN.

21

Vogel was van oordeel dat deze planken onder onderverdeling 44092200 vielen en heeft op 12 januari 2018 administratief bezwaar tegen die beslissing aangetekend, dat zij heeft aangevuld op 21 december 2018.

22

Nadat haar bezwaar op 13 maart 2019 was afgewezen, heeft Vogel beroep ingesteld bij de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel (België).

23

Die rechterlijke instantie zet uiteen dat er volgens Vogel twee tariefposten op deze goederen van toepassing kunnen zijn en het dus overeenkomstig regel 3, onder a), van de algemene regels de post met de meest specifieke omschrijving is, te weten post 4409 – en niet post 4407 –, die voorrang moet hebben. Volgens dit bedrijf dient hoe dan ook, indien indeling aan de hand van deze regel niet mogelijk is, op basis van regel 3, onder c), de post te worden toegepast die in volgorde van nummering het laatst is geplaatst.

24

De verwijzende rechter geeft aan dat Vogel van mening is dat de planken in het hoofdgeding geprofileerd zijn – in die zin dat ze afgerond zijn – en onder tariefpost 4409 vallen zoals blijkt uit de Duitse, de Engelse en de Franse taalversie van de omschrijving hiervan. Volgens dit bedrijf zijn trouwens in Duitsland, Frankrijk en Nederland bindende tariefinlichtingen afgegeven waarbij identieke goederen onder post 4409 zijn ingedeeld, en is ook in een beschikking van de Belgische administratie in deze zin geoordeeld.

25

Die rechter zet verder uiteen dat regel 3, onder a), van de algemene regels volgens de Belgische Staat in casu niet van toepassing is, aangezien de betrokken goederen kunnen worden ingedeeld aan de hand van regel 1 van de algemene regels. Volgens deze partij in het hoofdgeding kan de afronding die op de goederen is aangebracht, niet worden beschouwd als een profilering. De afronding dient immers niet om het samenvoegen te vergemakkelijken, en de GS-toelichtingen bij post 4407 vermelden duidelijk dat ook hout zonder vierkante of rechthoekige doorsnede en hout met licht afgeronde hoeken onder deze post moeten worden ingedeeld.

26

De verwijzende rechter merkt op dat er tussen de partijen in het bij hem aanhangige geding geen onenigheid bestaat over de aard van de betrokken goederen en dat de discussie uitsluitend de uitlegging van de GN betreft. Hij preciseert dat er voor de beslechting van het geding geen bepalingen van nationaal recht hoeven te worden toegepast.

27

Tegen die achtergrond heeft de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel de behandeling van de zaak geschorst en het Hof verzocht om een prejudiciële beslissing over de volgende vragen:

„1)

Dient de [GN] – mede in het licht van de verschillende taalversies van tariefpost 4409 en de GS‑toelichtingen bij tariefposten 4407 en 4409 – aldus te worden uitgelegd dat de [...] geschaafde houten planken waarbij bij de vier hoeken een afronding werd aangebracht over de gehele lengte van de plank, dienen te worden beschouwd als zijnde ‚over de gehele lengte geprofileerd’ en bijgevolg te worden ingedeeld onder tariefpost 4409 of kan het afronden van de hoeken niet worden beschouwd als ‚over de gehele lengte geprofileerd’ en dienen de goederen bijgevolg te worden ingedeeld onder tariefpost 4407?

2)

Is de grootte van de afronding bepalend voor de indeling onder tariefpost 4407 of tariefpost 4409?”

Beantwoording van de eerste vraag

28

Met zijn eerste vraag wenst de verwijzende rechter in essentie te vernemen of de GN aldus moet worden uitgelegd dat geschaafde houten planken waarvan de vier hoeken licht zijn afgerond over de gehele lengte van de plank, onder tariefpost 4407 dan wel tariefpost 4409 ervan vallen.

29

Vooraf zij eraan herinnerd dat het Hof, wanneer het een prejudiciële vraag krijgt voorgelegd op het gebied van de tariefindeling, veeleer tot taak heeft de nationale rechter de criteria aan te reiken aan de hand waarvan hij de betrokken producten correct in de GN kan indelen, dan zelf deze indeling te verrichten, temeer daar het Hof niet altijd over de daarvoor noodzakelijke gegevens beschikt. De nationale rechter lijkt hiertoe in elk geval beter te zijn toegerust [arrest van 30 april 2020, DHL Logistics (Slovakia), C‑810/18, EU:C:2020:336, punt 24 en aldaar aangehaalde rechtspraak]. Het staat dus aan de verwijzende rechter om de in het hoofdgeding aan de orde zijnde goederen in te delen aan de hand van de antwoorden die het Hof hem verstrekt.

30

Volgens de algemene regels voor de interpretatie van de GN zijn de bewoordingen van de posten en de aantekeningen op de afdelingen of op de hoofdstukken bepalend voor de indeling van goederen, terwijl de tekst van de opschriften van de afdelingen, van de hoofdstukken en van de onderdelen van hoofdstukken worden geacht slechts als aanwijzing te gelden (arrest van 2 mei 2019, Onlineshop, C‑268/18, EU:C:2019:353, punt 27 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

31

De door de Commissie opgestelde GN-toelichtingen en de door de WCO vastgestelde GS-toelichtingen zijn belangrijke hulpmiddelen bij de uitlegging van de draagwijdte van de verschillende tariefposten, maar zijn rechtens niet bindend. De GN-toelichtingen komen niet in de plaats van de GS-toelichtingen, maar moeten worden beschouwd als een aanvulling daarop en samen daarmee worden geraadpleegd (arrest van 13 september 2018, Vision Research Europe, C‑372/17, EU:C:2018:708, punt 23 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

32

De GS-toelichtingen vormen dus een belangrijk instrument ter verzekering van de uniforme toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief en bevatten als zodanig nuttige gegevens voor de uitlegging daarvan (zie in die zin arrest van 19 oktober 2017, Lutz, C‑556/16, EU:C:2017:777, punt 40 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

33

Het beslissende criterium voor de tariefindeling van goederen moet, ter wille van de rechtszekerheid en van een gemakkelijke controle, in de regel worden gezocht in de objectieve kenmerken en eigenschappen ervan, zoals deze in de tekst van de GN-post en van de aantekeningen op de afdelingen of hoofdstukken zijn omschreven (arrest van 11 maart 2020, Rensen Shipbuilding, C‑192/19, EU:C:2020:194, punt 22 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

34

Ook de bestemming van het product kan een objectief indelingscriterium zijn, mits zij inherent is aan dat product, wat moet kunnen worden beoordeeld aan de hand van de objectieve kenmerken en eigenschappen van het product (arrest van 26 maart 2020, Pfizer Consumer Healthcare, C‑182/19, EU:C:2020:243, punt 38 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

35

Uit de tekst van post 4409 van de GN, die overeenkomt met die van post 4409 van het GS, blijkt dat deze post slaat op „Hout (niet-ineengezette plankjes voor parketvloeren daaronder begrepen), waarvan ten minste één zijde of uiteinde over de gehele lengte is geprofileerd (geploegd, van sponningen voorzien, afgerond met V-verbinding of dergelijke), ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden”.

36

Volgens deze bewoordingen is het voor de indeling van een product onder post 4409 noodzakelijk dat ten minste één zijde of uiteinde van het hout over de gehele lengte is geprofileerd. Tussen haakjes wordt een indicatieve lijst van verschillende profileringsmethoden gegeven, waarbij het woord „dergelijke” aan het einde ervan impliceert dat dit geen uitputtende lijst is.

37

Voorts blijkt uit de GS-toelichtingen bij post 4409 dat deze post betrekking heeft op hout, onder meer in de vorm van planken, dat na eerst vierkant te zijn behakt of gezaagd, ten minste één zijde of uiteinde heeft die of dat over de gehele lengte is geprofileerd, en dat deze profilering hetzij het samenvoegen moet vergemakkelijken hetzij het mogelijk moet maken staaflijsten te vervaardigen, die gebruikt worden om lijsten te vervaardigen, behangpapier te omlijsten of timmerwerk te versieren. Verder staat in deze toelichtingen dat post 4409 ook ziet op plankjes voor vloerbedekking die bestaan uit vrij smalle houten plankjes, mits deze geprofileerd zijn, en dat indien deze houten plankjes enkel geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden zijn, ze onder post 4407 vallen.

38

Post 4407 van de GN slaat volgens de tekst ervan – die overeenkomt met die van post 4407 van het GS – op „hout, overlangs gezaagd of afgestoken, dan wel gesneden of geschild, ook indien geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, met een dikte van meer dan 6 mm”. Binnen GN-post 4407 ziet onderverdeling 44072983 specifiek op bepaalde „geschaafd[e]” houtsoorten.

39

In casu moet ten eerste worden opgemerkt dat de in het hoofdgeding aan de orde zijnde goederen in de bindende tariefinlichting van 7 december 2017 worden omschreven als „geschaafde planken met een nagenoeg rechthoekige doorsnede en licht afgeronde lange zijden die geenszins het samenvoegen vergemakkelijken”, en dat nergens uit het dossier waarover het Hof beschikt blijkt dat een van de partijen in het hoofdgeding deze omschrijving van de objectieve kenmerken en eigenschappen van deze goederen heeft betwist.

40

Volgens de GS-toelichtingen bij de relevante onderverdelingen van post 4409 moet het daarin bedoelde hout, onder meer in de vorm van planken, geprofileerd zijn om ofwel het samenvoegen te vergemakkelijken ofwel het vervaardigen van staaflijsten, die in punt 4 ervan worden omschreven, mogelijk te maken.

41

In dit verband moet om te beginnen worden geconstateerd dat Vogel noch bij de verwijzende rechter noch in de procedure bij het Hof aanvoert dat de bewerking die de in het hoofdgeding aan de orde zijnde planken hebben ondergaan, de samenvoeging daarvan vergemakkelijkt. Voorts blijkt nergens uit het dossier dat die planken zijn gefabriceerd om staaflijsten te vervaardigen.

42

Ten tweede staat in de GS-toelichtingen bij de relevante onderverdelingen van post 4407 uitdrukkelijk dat deze post ook ziet op hout dat slechts „licht afgerond” is.

43

In punt 1 van de GS-toelichtingen op post 4409, waarin sprake is van „geschaafde planken met afgeronde zijkanten of uiteinden”, wordt het bijwoord „licht” daarentegen niet vermeld, wat erop wijst dat planken aanzienlijke afrondingen moeten hebben om onder deze post te kunnen worden ingedeeld.

44

Wat dit kenmerk betreft, blijkt uit de bindende tariefinlichting van 7 december 2017 dat de in het hoofdgeding aan de orde zijnde houten planken licht afgeronde lange zijden en een nagenoeg rechthoekige doorsnede hebben. Zoals in punt 39 van dit arrest reeds is opgemerkt, zijn de vaststellingen in deze tariefinlichting noch bij de nationale rechter noch bij het Hof betwist.

45

Voor zover de afronding dus beperkt is, maakt het weinig uit dat, zoals Vogel stelt, klanten de profielen van de betrokken planken kunnen specificeren en dat de laterale afrondingen variëren naargelang van de klant en het profiel.

46

Ten derde staat in de GS-toelichtingen op post 4409 dat deze post „eveneens plankjes voor vloerbedekking [omvat] die bestaan uit vrij smalle houten plankjes, mits ze geprofileerd zijn (bijvoorbeeld voorzien van messing en groef)[, en dat ze, indien] enkel geschaafd, geschuurd of in de lengte verbonden, bijvoorbeeld met vingerlasverbinding, worden [...] ingedeeld onder post 4407”.

47

Hoewel de in het hoofdgeding aan orde zijnde goederen duidelijk geen uit vrij smalle houten plankjes bestaande plankjes voor vloerbedekking zijn, ondersteunen deze toelichtingen de uitlegging dat houten planken die gewoon geschaafd zijn en geen profilering hebben, onder post 4407 en niet onder post 4409 moeten worden ingedeeld.

48

Ten vierde blijkt uit een vergelijking van de tekst van GN-posten 4407 en 4409 dat post 4407 ziet op eenvoudigere producten, die een minimale bewerking hebben ondergaan die het niet mogelijk maakt om ze ineen te zetten, en dat enkel zwaarder bewerkte producten onder GN‑post 4409 vallen.

49

Deze overwegingen liggen in de lijn van de opzet van de GN, waarin de lagere tariefposten minder zwaar bewerkte producten, en de hogere tariefposten zwaarder bewerkte producten aanduiden.

50

Aangezien de lichte afronding van de zijden van de houten planken het resultaat is van een schaafproces en de planken geen profilering hebben die de samenvoeging ervan vergemakkelijkt of waardoor staaflijsten kunnen worden vervaardigd, horen die planken niet thuis onder GN‑post 4409, maar moeten ze onder GN-post 4407 worden ingedeeld.

51

Aan deze uitlegging wordt niet afgedaan door het feit dat de Deense, de Nederlandse en de Sloveense taalversie van GN‑post 4409 in zoverre afwijken van de overige taalversies van deze post dat in twintig taalversies de term „afgerond” wordt gehanteerd, terwijl die term in de eerste drie taalversies ofwel ontbreekt, ofwel in een ander verband wordt gebruikt.

52

Dienaangaande zij eraan herinnerd dat wanneer er verschillen zijn tussen de taalversies van een Unierechtelijke bepaling, bij de uitlegging van deze bepaling moet worden gelet op de algemene opzet en de doelstelling van de regeling waarvan zij een onderdeel vormt (zie in die zin arrest van 9 juli 2020, Naturschutzbund Deutschland – Landesverband Schleswig-Holstein, C‑297/19, EU:C:2020:533, punt 43 en aldaar aangehaalde rechtspraak). Bovendien gebiedt het vereiste van een uniforme toepassing – en dus uitlegging – van een Uniehandeling dat deze zowel naar de werkelijke bedoeling van de auteur ervan als naar het door deze laatste nagestreefde doel wordt uitgelegd, gelet op onder meer de in alle talen geredigeerde versies (zie in die zin arrest van 4 februari 2016, C & J Clark International en Puma, C‑659/13 en C‑34/14, EU:C:2016:74, punt 122 en aldaar aangehaalde rechtspraak).

53

De partijen bij het GS-verdrag verbinden zich ertoe hun tarief- en statistieknomenclatuur in overeenstemming te brengen met het GS, en de tariefindeling van goederen die worden ingevoerd in de Unie wordt geregeld door de GN, die gebaseerd is op het GS. De tekst van post 4409 van het GS blijkt de term „afgerond” te bevatten.

54

Bijgevolg bevat post 4409 van de GN overeenkomstig de uniforme uitlegging ervan de term „afgerond”. Deze term staat in de tekst van die tariefpost evenwel tussen haakjes achter de term „geprofileerd”, als onderdeel van een indicatieve lijst van profileringsmethoden, zoals trouwens in punt 36 van het onderhavige arrest reeds is geconstateerd. Derhalve was het duidelijk de bedoeling van de auteur van de GN om afgerond hout enkel onder GN‑post 4409 te laten vallen indien daarop een profilering is aangebracht.

55

Uit hetgeen in de punten 39 tot en met 54 van dit arrest is overwogen, blijkt dat de in het hoofdgeding aan de orde zijnde goederen onder GN-post 4407 kunnen vallen, maar niet onder GN-post 4409.

56

Desalniettemin staat het aan de verwijzende rechter om deze goederen, na verificatie van de objectieve kenmerken ervan, in te delen.

57

Gelet op alle voorgaande overwegingen dient op de eerste vraag te worden geantwoord dat de GN aldus moet worden uitgelegd dat geschaafde houten planken waarvan de vier hoeken licht zijn afgerond over de gehele lengte van de plank, niet als geprofileerd mogen worden beschouwd en dat zij onder post 4407 ervan kunnen vallen.

Beantwoording van de tweede vraag

58

Met zijn tweede vraag wenst de verwijzende rechter in essentie te vernemen of het antwoord op de eerste vraag anders zou luiden indien de vier hoeken van de in het hoofdgeding aan de orde zijnde houten planken sterker waren afgerond.

59

Nergens uit het dossier blijkt dat het voor de beslechting van het hoofdgeding noodzakelijk is om de verwijzende rechter nadere toelichting te verschaffen over het geval waarin bepaalde houten planken die onder een GN-tariefpost moeten worden ingedeeld, sterker zouden zijn afgerond.

60

Bijgevolg is de tweede vraag hypothetisch van aard en dus niet-ontvankelijk.

Kosten

61

Ten aanzien van de partijen in het hoofdgeding is de procedure als een aldaar gerezen incident te beschouwen, zodat de verwijzende rechter over de kosten heeft te beslissen. De door anderen wegens indiening van hun opmerkingen bij het Hof gemaakte kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

 

Het Hof (Tiende kamer) verklaart voor recht:

 

De gecombineerde nomenclatuur in bijlage I bij verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief, in de versie die voortvloeit uit uitvoeringsverordening (EU) 2016/1821 van de Commissie van 6 oktober 2016, moet aldus worden uitgelegd dat geschaafde houten planken waarvan de vier hoeken licht zijn afgerond over de gehele lengte van de plank, niet als geprofileerd mogen worden beschouwd en dat zij onder post 4407 ervan kunnen vallen.

 

Ilešič

Juhász

Jarukaitis

Uitgesproken ter openbare terechtzitting te Luxemburg op 15 april 2021.

De griffier

A. Calot Escobar

De president van de Tiende kamer

M. Ilešič


( *1 ) Procestaal: Nederlands.

Top