Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CA0176

    Zaak C-176/20: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 7 april 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Curte de Apel Alba Iulia — Roemenië) — SC Avio Lucos SRL/Agenţia de Plăţi şi Intervenţie pentru Agricultură — Centrul judeţean Dolj, Agenţia de Plăţi şi Intervenţie pentru Agricultură (APIA) — Aparat Central [Prejudiciële verwijzing – Landbouw – Gemeenschappelijk landbouwbeleid – Regelingen inzake rechtstreekse steunverlening – Gemeenschappelijke voorschriften – Regeling inzake één enkele areaalbetaling – Verordening (EU) nr. 1307/2013 – Artikel 4, lid 1, onder a) en c), en lid 2, onder b) – Nationale regeling die voor rechtstreekse steunverlening als voorwaarde stelt dat de landbouwer zijn eigen dieren houdt – Artikel 9, lid 1 – Begrip “actieve landbouwer” – Verordening (EU) nr. 1306/2013 – Artikel 60 – Omzeilingsclausule – Begrip “kunstmatig gecreëerde voorwaarden”]

    PB C 213 van 30.5.2022, p. 5–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    30.5.2022   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 213/5


    Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 7 april 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Curte de Apel Alba Iulia — Roemenië) — SC Avio Lucos SRL/Agenţia de Plăţi şi Intervenţie pentru Agricultură — Centrul judeţean Dolj, Agenţia de Plăţi şi Intervenţie pentru Agricultură (APIA) — Aparat Central

    (Zaak C-176/20) (1)

    (Prejudiciële verwijzing - Landbouw - Gemeenschappelijk landbouwbeleid - Regelingen inzake rechtstreekse steunverlening - Gemeenschappelijke voorschriften - Regeling inzake één enkele areaalbetaling - Verordening (EU) nr. 1307/2013 - Artikel 4, lid 1, onder a) en c), en lid 2, onder b) - Nationale regeling die voor rechtstreekse steunverlening als voorwaarde stelt dat de landbouwer zijn eigen dieren houdt - Artikel 9, lid 1 - Begrip “actieve landbouwer” - Verordening (EU) nr. 1306/2013 - Artikel 60 - Omzeilingsclausule - Begrip “kunstmatig gecreëerde voorwaarden”)

    (2022/C 213/05)

    Procestaal: Roemeens

    Verwijzende rechter

    Curtea de Apel Alba Iulia

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: SC Avio Lucos SRL

    Verwerende partijen: Agenţia de Plăţi şi Intervenţie pentru Agricultură — Centrul judeţean Dolj, Agenţia de Plăţi şi Intervenţie pentru Agricultură (APIA) — Aparat Central

    Dictum

    1)

    Artikel 4, lid 1, onder c), iii), en lid 2, onder b), van verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad moet aldus worden uitgelegd dat het niet in de weg staat aan een nationale regeling waarin is bepaald dat de in die bepalingen bedoelde minimumactiviteit op landbouwarealen die in een voor begrazing of teelt geschikte natuurlijke staat worden gehouden, door de landbouwer moet worden verricht met zijn eigen dieren.

    2)

    Artikel 4, lid 1, onder a) en c), en artikel 9, lid 1, van verordening nr. 1307/2013 moeten aldus worden uitgelegd dat een rechtspersoon die een concessieovereenkomst heeft gesloten met betrekking tot een areaal grasland dat toebehoort aan een gemeente, en die dit areaal laat begrazen door dieren die om niet zijn geleend van natuurlijke personen die deze dieren in eigendom hebben, onder het begrip “actieve landbouwer” in de zin van deze tweede bepaling valt, mits die persoon op dat areaal een “minimumactiviteit” in de zin van artikel 4, lid 1, onder c), iii), van die verordening uitoefent.

    3)

    Artikel 60 van verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad, moet aldus worden uitgelegd dat de situatie waarin een persoon die financiële steun in het kader van de regeling inzake één enkele areaalbetaling aanvraagt, ter ondersteuning van zijn aanvraag een concessieovereenkomst betreffende een areaal grasland en bruikleenovereenkomsten betreffende het gebruik om niet van voor de begrazing van dat areaal bestemde dieren overlegt, onder het begrip “kunstmatig gecreëerde voorwaarden” in de zin van die bepaling kan vallen, voor zover uit een geheel van objectieve omstandigheden blijkt dat, in weerwil van de formele naleving van de door de relevante regeling opgelegde voorwaarden, het door deze regeling beoogde doel niet werd bereikt, en is aangetoond dat het de bedoeling was om een door de Unieregeling toegekend voordeel te verkrijgen door kunstmatig de voorwaarden te scheppen waaronder het recht op dat voordeel ontstaat.


    (1)  PB C 297 van 7.9.2020.


    Top