This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019TN0315
Case T-315/19: Action brought on 22 May 2019 — BT v European Commission
Zaak T-315/19: Beroep ingesteld op 22 mei 2019 — BT/Commissie
Zaak T-315/19: Beroep ingesteld op 22 mei 2019 — BT/Commissie
PB C 246 van 22.7.2019, p. 35–35
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
22.7.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 246/35 |
Beroep ingesteld op 22 mei 2019 — BT/Commissie
(Zaak T-315/19)
(2019/C 246/37)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: BT (vertegenwoordiger: J. -N. Louis, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:
— |
het besluit van de Commissie van 20 juli 2018 houdende weigering om verzoekster het overlevingspensioen toe te kennen nietig te verklaren; |
— |
de verwerende partij te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij twee middelen aan.
1. |
Eerste middel, ontleend aan de onrechtmatigheid van de voorwaarde van vijf jaar van artikel 20 van bijlage VIII bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie, aangezien deze ten eerste een willekeurige discriminatie in het leven roept tussen ambtenaren in actieve dienst en gepensioneerde ambtenaren. Ten tweede is het criterium van de minimumduur van één jaar weliswaar geschikt om schijnhuwelijken tegen te gaan, doch een minimumduur van vijf jaar is willekeurig, inadequaat en oneerlijk. Ten derde wordt door die voorwaarde de echtgenoot van een overleden ambtenaar die door samenleving met hem verbonden is, ten onrechte uitgesloten van het overlevingspensioen. |
2. |
Tweede middel, ontleend aan schending van artikel 1 quinquies van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie. |