This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019CN0880
Case C-880/19: Request for a preliminary ruling from the Amtsgericht Düsseldorf (Germany) lodged on 3 December 2019 — VZ and Others v Eurowings GmbH
Zaak C-880/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Amtsgericht Düsseldorf (Duitsland) op 3 december 2019 — VZ e.a./Eurowings GmbH
Zaak C-880/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Amtsgericht Düsseldorf (Duitsland) op 3 december 2019 — VZ e.a./Eurowings GmbH
PB C 87 van 16.3.2020, p. 6–7
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
16.3.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 87/6 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Amtsgericht Düsseldorf (Duitsland) op 3 december 2019 — VZ e.a./Eurowings GmbH
(Zaak C-880/19)
(2020/C 87/08)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Amtsgericht Düsseldorf
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: VZ e.a.
Verwerende partij: Eurowings GmbH
Prejudiciële vragen
1) |
Moet artikel 5, lid 1, onder c), iii), van verordening (EG) nr. 261/2004 (1) aldus worden uitgelegd dat de daarin bedoelde andere vlucht die de passagier in staat stelt om niet eerder dan één uur voor de geplande vertrektijd te vertrekken, moet vertrekken vanaf dezelfde plaats van vertrek als de geboekte vlucht, of is vertrek vanaf een andere luchthaven ook mogelijk? |
2) |
Indien vertrek vanaf een andere luchthaven ook mogelijk is, is dan alleen van belang dat de vlucht niet eerder dan één uur voor de geplande vertrektijd vertrekt, ongeacht hoe lang de reis van de passagier naar de luchthaven duurt, of moet bij de berekening van het verschil in tijd ook worden gezien naar de reis van de passagier naar de luchthaven? |
(1) Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91 (PB 2004, L 46, blz. 1).