Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CN0495

Zaak C-495/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Okręgowy w Poznaniu (Polen) op 26 juni 2019 – Kancelaria Medius SA, gevestigd te Krakau/RN

PB C 337 van 7.10.2019, p. 6–6 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

7.10.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 337/6


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Okręgowy w Poznaniu (Polen) op 26 juni 2019 – Kancelaria Medius SA, gevestigd te Krakau/RN

(Zaak C-495/19)

(2019/C 337/06)

Procestaal: Pools

Verwijzende rechter

Sąd Okręgowy w Poznaniu

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Kancelaria Medius SA, gevestigd te Krakau

Verwerende partij: RN

Prejudiciële vraag

Moet artikel 7, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (1) aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een procedurele regeling volgens welke de rechter een verstekvonnis kan wijzen op basis van louter de in het verzoekschrift opgenomen verklaringen van de verzoeker, die door de rechter voor waar moeten worden aangenomen indien de verweerder – een consument – naar behoren in kennis is gesteld van de zittingsdatum maar niet ter terechtzitting verschijnt en geen verweer voert?


(1)  PB 1993, L 95, blz. 29.


Top