Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018TA0425

    Zaak T-425/18: Arrest van het Gerecht van 22 september 2021 — Altice Europe / Commissie [“Mededinging – Concentraties – Telecommunicatiesector – Besluit tot oplegging van geldboeten wegens de totstandbrenging van een concentratie voorafgaand aan de aanmelding en goedkeuring ervan – Artikel 4, lid 1, artikel 7, lid 1, en artikel 14 van verordening (EG) nr. 139/2004 – Rechtszekerheid – Gewettigd vertrouwen – Legaliteitsbeginsel – Vermoeden van onschuld – Evenredigheid – Ernst van de inbreuken – Uitvoering van de inbreuken – Uitwisseling van informatie – Bedrag van de geldboeten – Volledige rechtsmacht”]

    PB C 462 van 15.11.2021, p. 35–36 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    15.11.2021   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 462/35


    Arrest van het Gerecht van 22 september 2021 — Altice Europe / Commissie

    (Zaak T-425/18) (1)

    (“Mededinging - Concentraties - Telecommunicatiesector - Besluit tot oplegging van geldboeten wegens de totstandbrenging van een concentratie voorafgaand aan de aanmelding en goedkeuring ervan - Artikel 4, lid 1, artikel 7, lid 1, en artikel 14 van verordening (EG) nr. 139/2004 - Rechtszekerheid - Gewettigd vertrouwen - Legaliteitsbeginsel - Vermoeden van onschuld - Evenredigheid - Ernst van de inbreuken - Uitvoering van de inbreuken - Uitwisseling van informatie - Bedrag van de geldboeten - Volledige rechtsmacht”)

    (2021/C 462/41)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: Altice Europe NV (Amsterdam, Nederland) (vertegenwoordigers: R. Allendesalazar Corcho en H. Brokelmann, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: M. Farley en F. Jimeno Fernández, gemachtigden)

    Interveniënt aan de zijde van verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: S. Petrova en O. Segnana, gemachtigden)

    Voorwerp

    Verzoek krachtens artikel 263 VWEU strekkende tot, primair, nietigverklaring van besluit C(2018) 2418 final van de Commissie van 24 april 2018 tot oplegging van geldboeten wegens de totstandbrenging van een concentratie in strijd met artikel 4, lid 1, en artikel 7, lid 1, van verordening (EG) nr. 139/2004 (zaak M.7993 — Altice/PT Portugal) en, subsidiair, intrekking of verlaging van de aan verzoekster opgelegde geldboeten.

    Dictum

    1)

    Het bedrag van de geldboete die bij artikel 4 van besluit C(2018) 2418 final van de Europese Commissie van 24 april 2018 tot oplegging van geldboeten wegens de totstandbrenging van een concentratie in strijd met artikel 4, lid 1, en artikel 7, lid 1, van verordening (EG) nr. 139/2004 (zaak M.7993 — Altice/PT Portugal), aan Altice Europe NV is opgelegd wegens schending van artikel 4, lid 1, van deze verordening, wordt vastgesteld op 56 025 000 EUR.

    2)

    Het beroep wordt verworpen voor het overige.

    3)

    Altice Europe wordt verwezen in haar eigen kosten en in vier vijfde van de kosten van de Commissie.

    4)

    De Raad van de Europese Unie draagt zijn eigen kosten.


    (1)  PB C 341 van 24.9.2018.


    Top