This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62018CA0605
Case C-605/18: Judgment of the Court (Fourth Chamber) of 9 September 2021 (request for a preliminary ruling from the Bundesverwaltungsgericht — Austria) — Adler Real Estate AG, Petrus Advisers LLP, GM v Finanzmarktaufsichtsbehörde (FMA) (Reference for a preliminary ruling — Securities admitted to trading on a regulated market situated or operating within a Member State — Transparency requirement — Notification of ‘major holdings’ acquired in companies by ‘persons acting in concert’ — Directive 2004/109/EC — Article 3(1a), fourth subparagraph — Concept of ‘more stringent requirements’ — Directive 2004/25/EC — ‘Supervision’ by an authority appointed pursuant to Article 4 of that directive)
Zaak C-605/18: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 9 september 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht — Oostenrijk) — Adler Real Estate AG, Petrus Advisers LLP, GM/Finanzmarktaufsichtsbehörde (FMA) (Prejudiciële verwijzing – Effecten die tot de handel op een in een lidstaat gelegen of werkzame gereglementeerde markt zijn toegelaten – Transparantieplicht – Kennisgeving van “belangrijke deelnemingen” in het kapitaal van vennootschappen door “in onderling overleg handelende rechtssubjecten” – Richtlijn 2004/109/EG – Artikel 3, lid 1 bis, vierde alinea – Begrip “strengere vereisten” – Richtlijn 2004/25/EG – “Toezicht” door een overeenkomstig artikel 4 van deze richtlijn aangewezen autoriteit)
Zaak C-605/18: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 9 september 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht — Oostenrijk) — Adler Real Estate AG, Petrus Advisers LLP, GM/Finanzmarktaufsichtsbehörde (FMA) (Prejudiciële verwijzing – Effecten die tot de handel op een in een lidstaat gelegen of werkzame gereglementeerde markt zijn toegelaten – Transparantieplicht – Kennisgeving van “belangrijke deelnemingen” in het kapitaal van vennootschappen door “in onderling overleg handelende rechtssubjecten” – Richtlijn 2004/109/EG – Artikel 3, lid 1 bis, vierde alinea – Begrip “strengere vereisten” – Richtlijn 2004/25/EG – “Toezicht” door een overeenkomstig artikel 4 van deze richtlijn aangewezen autoriteit)
PB C 462 van 15.11.2021, p. 7–7
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
15.11.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 462/7 |
Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 9 september 2021 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht — Oostenrijk) — Adler Real Estate AG, Petrus Advisers LLP, GM/Finanzmarktaufsichtsbehörde (FMA)
(Zaak C-605/18) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Effecten die tot de handel op een in een lidstaat gelegen of werkzame gereglementeerde markt zijn toegelaten - Transparantieplicht - Kennisgeving van “belangrijke deelnemingen” in het kapitaal van vennootschappen door “in onderling overleg handelende rechtssubjecten” - Richtlijn 2004/109/EG - Artikel 3, lid 1 bis, vierde alinea - Begrip “strengere vereisten” - Richtlijn 2004/25/EG - “Toezicht” door een overeenkomstig artikel 4 van deze richtlijn aangewezen autoriteit)
(2021/C 462/04)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesverwaltungsgericht
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partijen: Adler Real Estate AG, Petrus Advisers LLP, GM
Verwerende partij: Finanzmarktaufsichtsbehörde (FMA)
Dictum
Artikel 3, lid 1 bis, vierde alinea, onder iii), van richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van richtlijn 2001/34/EG, zoals gewijzigd bij richtlijn 2013/50/EU van het Europees Parlement en de Raad van 22 oktober 2013, moet aldus worden uitgelegd dat deze bepaling zich verzet tegen een regeling van een lidstaat waarbij aan aandeelhouders, natuurlijke personen of juridische entiteiten als bedoeld in artikel 10 of 13 van richtlijn 2004/109, zoals gewijzigd bij richtlijn 2013/50, vereisten betreffende kennisgeving van belangrijke deelnemingen worden opgelegd die strenger zijn in de zin van die vierde alinea dan de vereisten waarin richtlijn 2004/109, zoals gewijzigd bij richtlijn 2013/50, voorziet en die voortvloeien uit wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die zijn vastgesteld voor met name openbare overnamebiedingen, zonder dat aan een overeenkomstig artikel 4 van richtlijn 2004/25/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende het openbaar overnamebod aangewezen autoriteit van die lidstaat de bevoegdheid is verleend om op de naleving van dergelijke vereisten toe te zien.