Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018CA0025

Zaak C-25/18: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 8 mei 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Okrazhen sad — Blagoevgrad — Bulgarije) — Bryan Andrew Kerr/Pavlo Postnov, Natalia Postnova (Prejudiciële verwijzing — Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken — Verordening (EU) nr. 1215/2012 — Artikel 7, punt 1, onder a) — Bijzondere bevoegdheid ten aanzien van verbintenissen uit overeenkomst — Begrip „verbintenissen uit overeenkomst” — Besluit van de algemene vergadering van de vereniging van eigenaars van een gebouw — Op de mede-eigenaars rustende verplichting om de bij dat besluit vastgestelde jaarlijkse financiële bijdragen te leveren aan het budget van de vereniging van eigenaars — Rechtsvordering ter verkrijging van de nakoming van die verplichting — Recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst — Verordening (EG) nr. 593/2008 — Artikel 4, lid 1, onder b) en c) — Begrippen „overeenkomst inzake dienstverlening” en „overeenkomst die een zakelijk recht op een onroerend goed tot onderwerp heeft” — Besluit van de algemene vergadering van de vereniging van eigenaars van een gebouw met betrekking tot de onderhoudskosten van de gemeenschappelijke delen ervan)

PB C 230 van 8.7.2019, p. 11–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

8.7.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 230/11


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 8 mei 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Okrazhen sad — Blagoevgrad — Bulgarije) — Bryan Andrew Kerr/Pavlo Postnov, Natalia Postnova

(Zaak C-25/18) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken - Rechterlijke bevoegdheid, erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken - Verordening (EU) nr. 1215/2012 - Artikel 7, punt 1, onder a) - Bijzondere bevoegdheid ten aanzien van verbintenissen uit overeenkomst - Begrip „verbintenissen uit overeenkomst” - Besluit van de algemene vergadering van de vereniging van eigenaars van een gebouw - Op de mede-eigenaars rustende verplichting om de bij dat besluit vastgestelde jaarlijkse financiële bijdragen te leveren aan het budget van de vereniging van eigenaars - Rechtsvordering ter verkrijging van de nakoming van die verplichting - Recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst - Verordening (EG) nr. 593/2008 - Artikel 4, lid 1, onder b) en c) - Begrippen „overeenkomst inzake dienstverlening” en „overeenkomst die een zakelijk recht op een onroerend goed tot onderwerp heeft” - Besluit van de algemene vergadering van de vereniging van eigenaars van een gebouw met betrekking tot de onderhoudskosten van de gemeenschappelijke delen ervan)

(2019/C 230/12)

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Okrazhen sad — Blagoevgrad

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Bryan Andrew Kerr

Verwerende partijen: Pavlo Postnov, Natalia Postnova

Dictum

1)

Artikel 7, punt 1, onder a), van verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken moet aldus worden uitgelegd dat een geschil over een betalingsverplichting die voortkomt uit een besluit van de algemene vergadering van de vereniging van eigenaars van een appartementencomplex — die geen rechtspersoonlijkheid heeft en krachtens de wet speciaal is opgericht om bepaalde rechten uit te oefenen —, welk besluit door de meerderheid van de leden is vastgesteld maar bindend is voor alle leden ervan, moet worden geacht onder het begrip „verbintenissen uit overeenkomst” in de zin van die bepaling te vallen.

2)

Artikel 4, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) moet aldus worden uitgelegd dat een geschil zoals aan de orde in het hoofdgeding, over een betalingsverplichting die voortkomt uit een besluit van de algemene vergadering van de vereniging van eigenaars van een appartementencomplex over de onderhoudskosten van de gemeenschappelijke gedeelten van dat onroerend goed, moet worden geacht betrekking te hebben op een „overeenkomst inzake dienstverlening” in de zin van die bepaling.


(1)  PB C 112 van 26.3.2018.


Top