EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017TB0086
Case T-86/17 R: Order of the President of the General Court of 6 April 2017 — Le Pen v Parliament (Interim measures — Member of the European Parliament — Recovery by offsetting of allowances paid as reimbursement of parliamentary assistance expenses — Application for suspension of operation of a measure — No urgency)
Zaak T-86/17 R: Beschikking van de president van het Gerecht van 6 april 2017 — Le Pen/Parlement („Kort geding — Lid van het Europees Parlement — Terugvordering door verrekening van ter dekking van de kosten van parlementaire medewerkers betaalde vergoedingen — Vordering tot opschorting van tenuitvoerlegging — Geen spoedeisendheid”)
Zaak T-86/17 R: Beschikking van de president van het Gerecht van 6 april 2017 — Le Pen/Parlement („Kort geding — Lid van het Europees Parlement — Terugvordering door verrekening van ter dekking van de kosten van parlementaire medewerkers betaalde vergoedingen — Vordering tot opschorting van tenuitvoerlegging — Geen spoedeisendheid”)
PB C 178 van 6.6.2017, p. 22–23
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
6.6.2017 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 178/22 |
Beschikking van de president van het Gerecht van 6 april 2017 — Le Pen/Parlement
(Zaak T-86/17 R)
((„Kort geding - Lid van het Europees Parlement - Terugvordering door verrekening van ter dekking van de kosten van parlementaire medewerkers betaalde vergoedingen - Vordering tot opschorting van tenuitvoerlegging - Geen spoedeisendheid”))
(2017/C 178/31)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partij: Marion Anne Perrine Le Pen (Saint-Cloud, Frankrijk) (vertegenwoordigers: M. Ceccaldi en J.-P. Le Moigne, advocaten)
Verwerende partij: Europees Parlement (vertegenwoordigers: G. Corstens en S. Seyrs, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek krachtens de artikelen 278 en 279 VWEU strekkende tot opschorting van de tenuitvoerlegging van het besluit van de secretaris-generaal van het Europees Parlement van 5 december 2016 dat vaststelt dat het bedrag van 298 497,87 EUR onterecht aan verzoekster was gestort en dat gelast dit bedrag bij verzoekster terug te vorderen, alsook van de ten vervolge op dat besluit vastgestelde debetnota nr. 2016-1560 van 6 december 2016.
Dictum
1) |
Het verzoek in kort geding wordt afgewezen. |
2) |
De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden. |