EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CN0337

Zaak C-337/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Okręgowy w Szczecinie (Polen) op 7 juni 2017 — Feniks Sp. z o.o./Azteca Products & Services SL

PB C 300 van 11.9.2017, p. 14–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

11.9.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 300/14


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Sąd Okręgowy w Szczecinie (Polen) op 7 juni 2017 — Feniks Sp. z o.o./Azteca Products & Services SL

(Zaak C-337/17)

(2017/C 300/17)

Procestaal: Pools

Verwijzende rechter

Sąd Okręgowy w Szczecinie

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Feniks Sp. z o.o. z siedzibą w Szczecinie

Verwerende partij: Azteca Products & Services SL z siedzibą w Alcora

Prejudiciële vraag

1)

Is een vordering tegen een koper met woonplaats in een lidstaat tot onwerkzaamverklaring van een verkoopovereenkomst voor een op het grondgebied van een andere lidstaat gelegen onroerende zaak die is gesloten en volledig uitgevoerd op het grondgebied van deze andere lidstaat, op grond van benadeling van de schuldeisers van de verkoper, een verbintenis uit overeenkomst in de zin van artikel 7, punt 1, onder a), van verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken (1)?

2)

Moet bij het antwoord op bovenstaande vraag het beginsel van de acte éclairé worden toegepast in verband met het arrest van het Hof van 17 juni 1992, [Handte,] C-26/91, EU:C:1992:268, hoewel dat betrekking had op de aansprakelijkheid van een producent voor gebreken van een zaak in een geval waarin de producent niet kon voorzien aan wie de zaak vervolgens zou worden doorverkocht en wie hem derhalve aansprakelijk zou kunnen stellen, terwijl een vordering tegen een koper tot „onwerkzaamverklaring van een verkoopovereenkomst voor een onroerende zaak” op grond van benadeling van de schuldeisers van de verkoper enkel gegrond is als de koper wist van de omstandigheid dat de rechtshandeling (verkoopovereenkomst) voor de schuldeisers nadelig was, zodat de koper er rekening mee moet houden dat een dergelijke vordering kan worden ingesteld door een persoonlijke schuldeiser van de verkoper?


(1)  PB L 351, blz. 1.


Top