This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62016TN0467
Case T-467/16: Action brought on 19 August 2016 — Flir Systems Trading Belgium v Commission
Zaak T-467/16: Beroep ingesteld op 19 augustus 2016 — Flir Systems Trading Belgium/Commissie
Zaak T-467/16: Beroep ingesteld op 19 augustus 2016 — Flir Systems Trading Belgium/Commissie
PB C 383 van 17.10.2016, p. 19–20
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
17.10.2016 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 383/19 |
Beroep ingesteld op 19 augustus 2016 — Flir Systems Trading Belgium/Commissie
(Zaak T-467/16)
(2016/C 383/27)
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Flir Systems Trading Belgium (Meer, België) (vertegenwoordigers: N. Reypens, C. Docclo en T. Verstraeten, advocaten)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
de onderhavige zaak wegens verknochtheid voegen met zaak T-131/16 voor de mondelinge behandeling en het arrest; |
— |
de in het verzoekschrift aangevoerde middelen tot nietigverklaring ontvankelijk en gegrond verklaren; |
— |
de artikelen 1 en 2 van het bestreden besluit nietig verklaren (1); |
— |
subsidiair, artikel 2 van het bestreden besluit nietig verklaren, voor zover het geen overgangsmaatregelen voorschrijft; |
— |
de Commissie verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij zeven middelen aan.
1. |
Eerste middel: kennelijk onjuiste beoordeling inzake de vaststelling van de wetgevende handelingen die in de beweerde staatssteun voorzien en een onjuiste rechtsopvatting bij de uitlegging van artikel 1, onder d), van verordening nr. 2015/1589 (2). |
2. |
Tweede middel: onjuiste opvatting van de feiten bij de beschrijving van het referentiesysteem, kennelijk onjuiste beoordeling bij de analyse ervan en onjuiste rechtsopvatting bij de toepassing van artikel 107, lid 1, VWEU en artikel 1, onder a), van verordening nr. 2015/1589. |
3. |
Derde middel: onjuiste beoordeling van een economisch voordeel en onjuiste rechtsopvatting bij de toepassing van artikel 107, lid 1, VWEU en artikel 1, onder a), van verordening nr. 2015/1589. |
4. |
Vierde middel: onjuiste beoordeling van de selectiviteitsvoorwaarde om de bestreden regeling als staatssteun te kwalificeren, in de zin artikel 107, lid 1, VWEU en artikel 1, onder a), van verordening nr. 2015/1589 en onjuiste beoordeling bij de analyse van de mechanismen van de bestreden regeling. |
5. |
Vijfde middel: onjuiste beoordeling bij de analyse van de rechtvaardiging van de voorwaarden voor de toepassing van de bestreden regeling. |
6. |
Zesde middel: onjuiste beoordeling bij de evaluatie van het voordeel dat zou zijn gehaald uit de bestreden regeling en gebrek aan nauwkeurigheid bij het onderzoek van de bestreden regeling. |
7. |
Zevende middel: schending van het gewettigd vertrouwen en de rechtszekerheid van de belastingplichtigen. |
(1) Besluit van de Commissie van 11 januari 2016 betreffende de staatssteunregeling inzake vrijstelling van overwinst [SA.37667 (2015/C) (ex 2015/NN)] door België ten uitvoer gelegd.
(2) Verordening (EU) 2015/1589 van de Raad van 13 juli 2015 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB 2015, L 248, blz. 9).