Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016TN0147

    Zaak T-147/16: Beroep ingesteld op 8 april 2016 — Italië/Commissie

    PB C 191 van 30.5.2016, p. 42–42 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    30.5.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 191/42


    Beroep ingesteld op 8 april 2016 — Italië/Commissie

    (Zaak T-147/16)

    (2016/C 191/55)

    Procestaal: Italiaans

    Partijen

    Verzoekende partij: Italiaanse Republiek (vertegenwoordigers: S. Fiorentino, avvocato dello Stato, G. Palmieri, gemachtigde)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    nietigverklaring van besluit C (2016) 366 final van de Commissie van 28 januari 2016, betekend op 29 januari 2016, waarbij de Commissie, ter uitvoering van het arrest van het Hof van Justitie van 17 november 2011 in zaak C-496/09, de Italiaanse Republiek heeft bevolen de bedragen van 5 382 000 EUR en 2 106 000 EUR als dwangsom te betalen voor het derde respectievelijk het vierde semester volgend op de datum van uitspraak van dat arrest van het Hof;

    verwijzing van de Commissie in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster één enkel middel aan, namelijk schending van artikel 14 van verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999, onjuiste toepassing van artikel 11 van verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004, alsmede schending van het evenredigheidsbeginsel.

    Het bestreden besluit legt op dat op de bedragen die ondernemingen verschuldigd zijn voor de teruggave van staatssteun rente verschuldigd is op een samengestelde grondslag overeenkomstig artikel 11 van verordening (EG) nr. 794/2004. De Italiaanse regering betwist dit punt en voert daarbij aan dat, in het licht van de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, deze methode voor de renteberekening niet geldt voor terugvorderingsbesluiten die dateren van vóór de inwerkingtreding van verordening nr. 794/2004, en des te minder voor besluiten die dateren van vóór de publicatie van de mededeling van 2003 van de Commissie betreffende de toe te passen rentepercentages bij de terugvordering van onrechtmatig verleende steun. De Commissie voert in het bestreden besluit ten onrechte aan dat tussen de Commissie zelf en de Italiaanse overheid een overeenkomst in tegengestelde zin zou zijn gesloten.


    Top