Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016TN0110

    Zaak T-110/16: Beroep ingesteld op 18 maart 2016 — Savant Systems/EUIPO — Savant Group (SAVANT)

    PB C 175 van 17.5.2016, p. 20–21 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    17.5.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 175/20


    Beroep ingesteld op 18 maart 2016 — Savant Systems/EUIPO — Savant Group (SAVANT)

    (Zaak T-110/16)

    (2016/C 175/24)

    Taal van het verzoekschrift: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: Savant Systems LLC (Osterville, Massachusetts, Verenigde Staten) (vertegenwoordigers: O. Nilgen, A. Kockläuer, advocaten)

    Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)

    Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Savant Group Ltd (Burton in Kendal, Verenigd Koninkrijk)

    Gegevens betreffende de procedure voor het EUIPO

    Houder van het betrokken merk: andere partij in de procedure voor de kamer van beroep

    Betrokken merk: Uniewoordmerk „SAVANT” — Uniemerk nr. 32 318

    Procedure voor het EUIPO: nietigheidsprocedure

    Bestreden beslissing: beslissing van de vierde kamer van beroep van het EUIPO van 18 januari 2016 in zaak R 33/2015-4

    Conclusies

    vernietiging van de bestreden beslissing voor zover inschrijving nr. 32 318 van het betwiste Uniemerk „SAVANT” is bevestigd voor „computer software” van klasse 9 en voor alle diensten van de klassen 41 en 42;

    verwijzing van het EUIPO in de kosten.

    Aangevoerde middelen

    schending van artikel 5, lid 1, onder a), juncto artikel 15 van verordening nr. 207/2009, aangezien de kamer van beroep ten onrechte heeft geoordeeld dat de merkhouder het bewijs had geleverd van het normaal gebruik van het betwiste Uniemerk voor de waren en diensten waarvoor het is ingeschreven, inzonderheid wat de „computer software” en de desbetreffende diensten van de klassen 41 en 42 betreft;

    schending door de kamer van beroep van haar verplichting om aan te geven waarom zij geen rekening heeft gehouden met de „gebruiksenquête”.


    Top