EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016CN0556

Zaak C-556/16: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Hamburg (Duitsland) op 3 november 2016 — Lutz GmbH/Hauptzollamt Hannover

PB C 38 van 6.2.2017, p. 8–8 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

6.2.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 38/8


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht Hamburg (Duitsland) op 3 november 2016 — Lutz GmbH/Hauptzollamt Hannover

(Zaak C-556/16)

(2017/C 038/11)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Finanzgericht Hamburg

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Lutz GmbH

Verwerende partij: Hauptzollamt Hannover

Prejudiciële vragen

1)

a)

Dienen de toelichtingen van de Europese Commissie op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Unie (1) betreffende onderverdeling 6212 2000 (PB 2015, C 76, blz. 1, 255) aldus te worden uitgelegd dat bij gainebroeken (panty’s) de elasticiteit „in de breedte (dwarsrichting)” reeds „beperkt” is wanneer de rekbaarheid in de breedte geringer is dan de rekbaarheid in de hoogte?

b)

Ingeval vraag 1 a) bevestigend wordt beantwoord:

Aan de hand van welke objectieve criteria dient de vergelijking tussen de rekbaarheid in de breedte en de rekbaarheid in de hoogte te worden verricht?

2)

Ingeval vraag 1 a) ontkennend wordt beantwoord:

a)

Dienen de toelichtingen van de Europese Commissie op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Unie betreffende onderverdeling 6212 2000 (PB 2015, C 76, blz. 1, 255) aldus te worden uitgelegd dat bij gainebroeken (panty’s) de elasticiteit „in de breedte (dwarsrichting)” pas dan „beperkt” is wanneer de rekbaarheid in de breedte duidelijk geringer is dan de rekbaarheid in de hoogte?

b)

Ingeval vraag 2 a) bevestigend wordt beantwoord:

Aan de hand van welke objectieve criteria dient deze vergelijking tussen de rekbaarheid in de breedte en de rekbaarheid in de hoogte te worden verricht en welke beoordelingsmaatstaf dient daarbij te worden toegepast?

3)

Ingeval vraag 2 a) ontkennend wordt beantwoord:

a)

Dienen de toelichtingen van de Europese Commissie op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Unie betreffende onderverdeling 6212 2000 (PB 2015, C 76, blz. 1, 255) aldus te worden uitgelegd dat de beperking van de rekbaarheid in de breedte bij gainebroeken (panty’s) niet wordt gedefinieerd door de verhouding tussen de rekbaarheid in de breedte en de rekbaarheid in de hoogte, maar dat hiermee een absolute beperktheid van de rekbaarheid in de breedte wordt bedoeld?

b)

Ingeval vraag 3 a) bevestigend wordt beantwoord:

Aan de hand van welke objectieve criteria moet worden onderzocht of de rekbaarheid van een gainebroek (panty) in de breedte beperkt is in de zin van vraag 3 a)?


(1)  Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256, blz. 1).


Top