Valitse kokeelliset ominaisuudet, joita haluat kokeilla

Tämä asiakirja on ote EUR-Lex-verkkosivustolta

Asiakirja 62015TB0364

    Zaak T-364/15 R: Beschikking van de president van het Gerecht van 7 april 2016 — ADR Center/Commissie („Kort geding — Arbitragebeding — Overeenkomsten die zijn gesloten ter verwezenlijking van door de Unie gesubsidieerde projecten in het kader van het programma, Civiel recht’ — Uitvoerbaar besluit van de Commissie om over te gaan tot terugvordering van de uitbetaalde bedragen — Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging — Geen spoedeisendheid”)

    PB C 191 van 30.5.2016, s. 31—31 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    30.5.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 191/31


    Beschikking van de president van het Gerecht van 7 april 2016 — ADR Center/Commissie

    (Zaak T-364/15 R)

    ((„Kort geding - Arbitragebeding - Overeenkomsten die zijn gesloten ter verwezenlijking van door de Unie gesubsidieerde projecten in het kader van het programma, Civiel recht’ - Uitvoerbaar besluit van de Commissie om over te gaan tot terugvordering van de uitbetaalde bedragen - Verzoek tot opschorting van de tenuitvoerlegging - Geen spoedeisendheid”))

    (2016/C 191/41)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: ADR Center Srl (Rome, Italië) (vertegenwoordiger: L. Tantalo, advocaat)

    Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: L. Cappelletti en J. Estrada de Solà, gemachtigden)

    Voorwerp

    Verzoek tot opschorting van de gedwongen tenuitvoerlegging van besluit C (2015) 3117 final van de Commissie van 4 mei 2015 inzake de terugvordering van 432 637,97 EUR, vermeerderd met rente, verschuldigd door ADR Center Srl volgens debetnotas’s nrs. 3241408192 en 3241409206 betreffende, respectievelijk, 155 507,97 EUR en 277 130 EUR

    Dictum

    1)

    Het verzoek in kort geding wordt afgewezen.

    2)

    De beschikking van 22 januari 2016 wordt ingetrokken voor zover zij betrekking heeft op zaak T 364/15 R.

    3)

    De beslissing over de kosten wordt aangehouden.


    Alkuun