Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CA0457

    Zaak C-457/15: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 28 juli 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Berlijn — Duitsland) — Vattenfall Europe Generation AG/Bundesrepublik Deutschland (Prejudiciële verwijzing — Regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Europese Unie — Richtlijn 2003/87/EG — Werkingssfeer ratione temporis — Tijdstip waarop de verplichting tot handel in emissierechten ontstaat — Artikel 3 — Bijlage I — Begrip „installatie” — Verbranden van brandstof in installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW)

    PB C 350 van 26.9.2016, p. 13–13 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    26.9.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 350/13


    Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 28 juli 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgericht Berlijn — Duitsland) — Vattenfall Europe Generation AG/Bundesrepublik Deutschland

    (Zaak C-457/15) (1)

    ((Prejudiciële verwijzing - Regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Europese Unie - Richtlijn 2003/87/EG - Werkingssfeer ratione temporis - Tijdstip waarop de verplichting tot handel in emissierechten ontstaat - Artikel 3 - Bijlage I - Begrip „installatie” - Verbranden van brandstof in installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW))

    (2016/C 350/16)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Verwaltungsgericht Berlijn

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Vattenfall Europe Generation AG

    Verwerende partij: Bundesrepublik Deutschland

    Dictum

    Bijlage I van richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van richtlijn 96/61/EG van de Raad, zoals gewijzigd bij richtlijn 2009/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009, moet, aangezien het „verbranden van brandstof in installaties met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van meer dan 20 MW” hierin is opgenomen in de lijst van de categorieën van activiteiten waarop richtlijn 2003/87, zoals gewijzigd, van toepassing is, aldus worden opgevat dat de verplichting tot handel in emissierechten van een installatie die is bestemd voor elektriciteitsopwekking ontstaat op het tijdstip waarop voor het eerst broeikasgassen worden uitgestoten en derhalve mogelijkerwijs vóór het tijdstip waarop voor het eerst elektriciteit wordt opgewekt.


    (1)  PB C 398 van 30.11.2015.


    Top