Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62015CA0024

    Zaak C-24/15: Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 20 oktober 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht München — Duitsland) — Josef Plöckl/Finanzamt Schrobenhausen [Prejudiciële verwijzing — Fiscale bepalingen — Belasting over de toegevoegde waarde — Zesde richtlijn — Artikel 28 quater, A, onder a) en d) — Overbrenging van goederen binnen de Europese Unie — Recht op vrijstelling — Niet-nakoming van verplichting om een door de lidstaat van bestemming toegekend btw-identificatienummer mee te delen — Geen serieuze aanwijzingen voor belastingfraude — Vrijstelling geweigerd — Toelaatbaarheid]

    PB C 475 van 19.12.2016, p. 3–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    19.12.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 475/3


    Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 20 oktober 2016 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Finanzgericht München — Duitsland) — Josef Plöckl/Finanzamt Schrobenhausen

    (Zaak C-24/15) (1)

    ([Prejudiciële verwijzing - Fiscale bepalingen - Belasting over de toegevoegde waarde - Zesde richtlijn - Artikel 28 quater, A, onder a) en d) - Overbrenging van goederen binnen de Europese Unie - Recht op vrijstelling - Niet-nakoming van verplichting om een door de lidstaat van bestemming toegekend btw-identificatienummer mee te delen - Geen serieuze aanwijzingen voor belastingfraude - Vrijstelling geweigerd - Toelaatbaarheid])

    (2016/C 475/04)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Finanzgericht München

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Josef Plöckl

    Verwerende partij: Finanzamt Schrobenhausen

    Dictum

    Artikel 22, lid 8, van de Zesde richtlijn (77/388/EEG) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake omzetbelasting — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, zoals gewijzigd bij richtlijn 2005/92/EG van de Raad van 12 december 2005, in de versie ervan die voortvloeit uit artikel 28 nonies van de Zesde richtlijn, en artikel 28 quater, A, onder a), eerste alinea, en onder d), van deze richtlijn, moeten aldus worden uitgelegd dat zij zich ertegen verzetten dat de belastingdienst van de lidstaat van oorsprong weigert vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde te verlenen voor een intracommunautaire overbrenging op grond dat de belastingplichtige geen door de lidstaat van bestemming toegekend identificatienummer betreffende deze belasting heeft meegedeeld, wanneer er geen serieuze aanwijzingen zijn van fraude, het goed naar een andere lidstaat is overgebracht en de andere vrijstellingsvoorwaarden eveneens zijn vervuld.


    (1)  PB C 138 van 27.4.2015.


    Top