This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014TN0486
Case T-486/14: Action brought on 25 June 2014 — Stavytskyi v Council
Zaak T-486/14: Beroep ingesteld op 25 juni 2014 — Stavytskyi/Raad
Zaak T-486/14: Beroep ingesteld op 25 juni 2014 — Stavytskyi/Raad
PB C 303 van 8.9.2014, p. 45–46
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
8.9.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 303/45 |
Beroep ingesteld op 25 juni 2014 — Stavytskyi/Raad
(Zaak T-486/14)
2014/C 303/53
Procestaal: Engels
Partijen
Verzoekende partij: Edward Stavytskyi (België) (vertegenwoordigers: J. Grayston, Solicitor, P. Gjørtler, G. Pandey, D. Rovetta en M. Gambardella, advocaten)
Verwerende partij: Raad van de Europese Unie
Conclusies
— |
uitvoeringsbesluit 2014/216/GBVB van de Raad van 14 april 2014 tot uitvoering van besluit 2014/119/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB L 111, blz. 91) en uitvoeringsverordening (EU) nr. 381/2014 van de Raad van 14 april 2014 tot uitvoering van verordening (EU) nr. 208/2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB L 111, blz. 33) nietig verklaren, voor zover de bestreden handelingen verzoeker plaatsen op de lijst van personen en entiteiten op wie de beperkende maatregelen van toepassing zijn; |
— |
de Raad verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Tot staving van zijn verzoek voert verzoeker zes middelen aan die verband houden met schending van een wezenlijk vormvereiste, alsmede schending van de Verdragen en van de voor de toepassing ervan geldende rechtsregels: schending van het recht om te worden gehoord, schending van de verplichting tot kennisgeving, ontoereikende motivering, schending van het recht van verdediging, onjuiste rechtsgrondslag en kennelijke beoordelingsfout.
Volgens verzoeker heeft de Raad verzuimd hem te horen zonder dat tegenaanwijzingen dit rechtvaardigen. Bovendien heeft de Raad verzuimd de bestreden handelingen, die hoe dan ook onvoldoende zijn gemotiveerd, aan verzoeker mee te delen. De Raad heeft niet gereageerd op verzoeken om toegang tot informatie en documenten. Aldus heeft de Raad het recht van verdediging van verzoeker geschonden, die zijn standpunt over de conclusies van de Raad niet daadwerkelijk kenbaar heeft kunnen maken daar deze hem niet zijn meegedeeld. Voorts vormen de door de Raad vastgestelde maatregelen geen maatregelen van buitenlands beleid, maar gaat het om internationale samenwerking in strafprocedures, zodat deze maatregelen berusten op een onjuiste rechtsgrondslag. Tot slot heeft de Raad de maatregelen vastgesteld zonder behoorlijk rekening te houden met de relevante feiten en met de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens aangaande strafprocedures in Oekraïne, in het bijzonder met betrekking tot voormalige regeringsambtenaren.