Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014TN0331

    Zaak T-331/14: Beroep ingesteld op 12 mei 2014 — Azarov/Raad

    PB C 223 van 14.7.2014, p. 62–63 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    14.7.2014   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 223/62


    Beroep ingesteld op 12 mei 2014 — Azarov/Raad

    (Zaak T-331/14)

    2014/C 223/64

    Procestaal: Duits

    Partijen

    Verzoekende partij: Mykola Yanovych Azarov (Kiev, Ukraine) (vertegenwoordigers: G. Lansky en A. Egger, advocaten)

    Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

    Conclusies

    krachtens artikel 263 VWEU besluit 2014/119/GBVB van de Raad van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB L 66, blz. 26) en verordening (EU) nr. 208/2014 van de Raad van 5 maart 2014 betreffende beperkende maatregelen tegen bepaalde personen, entiteiten en lichamen in het licht van de situatie in Oekraïne (PB L 66, blz. 1) nietig verklaren, voor zover zij verzoeker betreffen,

    krachtens artikel 64 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht maatregelen tot organisatie van de procesgang nemen,

    krachtens artikel 87, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering de Raad verwijzen in de kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van zijn beroep voert verzoeker vijf middelen aan.

    1.

    Eerste middel: schending van de motiveringsplicht

    In dit verband voert verzoeker met name aan dat de motivering van de bestreden handeling hem niet in staat stelt bij het Gerecht op te komen tegen die handeling en het Gerecht niet in staat stelt de rechtmatigheid ervan te toetsen.

    2.

    Tweede middel: schending van de grondrechten

    In dit verband voert verzoeker aan dat zijn eigendomsrecht en zijn recht om een economische activiteit uit te oefenen, zijn geschonden. Vervolgens voert hij aan dat de opgelegde maatregelen onevenredig zijn. Ten slotte betoogt hij dat zijn rechten van verdediging zijn geschonden.

    3.

    Derde middel: misbruik van bevoegdheid

    Verzoeker voert in dit verband met name aan dat de Raad zijn bevoegdheid heeft misbruikt, aangezien met de vaststelling van beperkende maatregelen tegen verzoeker voornamelijk andere doeleinden worden nagestreefd dan het versterken en het ondersteunen van de rechtsstaat en de eerbied voor mensenrechten in Oekraïne.

    4.

    Vierde middel: schending van het beginsel van behoorlijk bestuur

    In dit middel voert verzoeker in het bijzonder aan dat zijn recht op een onpartijdige behandeling is geschonden alsmede zijn recht op een eerlijke of rechtvaardige behandeling en het recht op een zorgvuldig onderzoek van de feiten.

    5.

    Vijfde middel: kennelijke beoordelingsfout


    Top