This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014CN0085
Case C-85/14: Request for a preliminary ruling from the College van Beroep voor het Bedrijfsleven (Netherlands) lodged on 18 February 2014 — KPN BV v Autoriteit Consument en Markt (ACM), other parties: UPC Nederland BV and Others
Zaak C-85/14: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (Nederland) op 18 februari 2014 — KPN BV tegen Autoriteit Consument en Markt (ACM), andere partijen: UPC Nederland BV e.a.
Zaak C-85/14: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (Nederland) op 18 februari 2014 — KPN BV tegen Autoriteit Consument en Markt (ACM), andere partijen: UPC Nederland BV e.a.
PB C 151 van 19.5.2014, p. 11–12
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
19.5.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 151/11 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (Nederland) op 18 februari 2014 — KPN BV tegen Autoriteit Consument en Markt (ACM), andere partijen: UPC Nederland BV e.a.
(Zaak C-85/14)
2014/C 151/14
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
College van Beroep voor het Bedrijfsleven
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekster: KPN BV
Verweerster: Autoriteit Consument en Markt (ACM)
Andere partijen: UPC Nederland BV, UPC Nederland Business BV, Tele2 Nederland BV, BT Nederland BV
Prejudiciële vragen
1) |
Staat artikel 28 van de Universeledienstrichtlijn (1) toe dat tariefregulering wordt opgelegd, zonder dat uit een marktanalyse is gebleken dat een partij ten aanzien van de gereguleerde dienst over aanmerkelijke marktmacht beschikt, terwijl de grensoverschrijdende aankiesbaarheid van niet-geografische telefoonnummers technisch zonder meer mogelijk is en de enige belemmering van de toegang van deze nummers er uit bestaat dat tarieven worden gehanteerd waardoor een oproep naar een niet-geografisch nummer duurder is dan een oproep naar een geografisch nummer? |
2) |
Indien vraag 1 bevestigend wordt beantwoord rijzen bij het College de volgende twee vragen:
|
3) |
Laat artikel 28, eerste lid, van de Universeledienstrichtlijn de mogelijkheid open dat de in die bepaling genoemde maatregelen worden uitgevaardigd door een andere instantie dan de nationale regelgevende instantie die de in artikel 13, eerste lid, van de Toegangsrichtlijn (2) genoemde bevoegdheid uitoefent en aan laatstgenoemde instantie alleen de bevoegdheid tot handhaving toekomt? |
(1) Richtlijn 2002/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de universele dienst en gebruikersrechten met betrekking tot elektronische-communicatienetwerken en -diensten (PB L 108, blz. 51).
(2) Richtlijn 2002/19/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake de toegang tot en interconnectie van elektronische-communicatienetwerken en bijbehorende faciliteiten (PB L 108, blz. 7).