Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013TA0160

    Zaak T-160/13: Arrest van het Gerecht van 2 juni 2016 – Bank Mellat/Raad („Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid — Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran — Beperkingen op geldovermakingen waarbij financiële instellingen uit Iran zijn betrokken — Bevoegdheid van het Gerecht — Beroep tot nietigverklaring — Regelgevingshandeling die geen uitvoeringsmaatregelen met zich meebrengt — Rechtstreeks geraakt — Procesbelang — Ontvankelijkheid — Evenredigheid — Motiveringsplicht — Juridische waarborgen van artikel 215, lid 3, VWEU — Rechtszekerheid — Verbod op willekeur — Schending van grondrechten”)

    PB C 251 van 11.7.2016, p. 21–22 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    11.7.2016   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 251/21


    Arrest van het Gerecht van 2 juni 2016 – Bank Mellat/Raad

    (Zaak T-160/13) (1)

    ((„Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid - Beperkende maatregelen ten aanzien van Iran - Beperkingen op geldovermakingen waarbij financiële instellingen uit Iran zijn betrokken - Bevoegdheid van het Gerecht - Beroep tot nietigverklaring - Regelgevingshandeling die geen uitvoeringsmaatregelen met zich meebrengt - Rechtstreeks geraakt - Procesbelang - Ontvankelijkheid - Evenredigheid - Motiveringsplicht - Juridische waarborgen van artikel 215, lid 3, VWEU - Rechtszekerheid - Verbod op willekeur - Schending van grondrechten”))

    (2016/C 251/22)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: Bank Mellat (Teheran, Iran) (vertegenwoordigers: aanvankelijk S. Zaiwalla, P. Reddy, F. Zaiwalla, Z. Burbeza, A. Meskarian, solicitors, D. Wyatt, QC, R. Blakeley en G. Beck, barristers, vervolgens S. Zaiwalla, P. Reddy, Z. Burbeza, A. Meskarian, D. Wyatt, R. Blakeley en G. Beck)

    Verwerende partij: Raad van de Europese Unie (vertegenwoordigers: M. Bishop en I. Rodios, gemachtigden)

    Interveniënten aan de zijde van verwerende partij Europese Commissie (vertegenwoordigers: D. Gauci en M. Konstantinidis, gemachtigden); en Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland (vertegenwoordigers: aanvankelijk S. Behzadi-Spencer, L. Christie en C. Brodie, vervolgens C. Brodie en V. Kaye, gemachtigden, bijgestaan door S. Lee, barrister)

    Voorwerp

    Verzoek tot nietigverklaring van artikel 1, punt 15, van verordening (EU) nr. 1263/2012 van de Raad van 21 december 2012 tot wijziging van verordening (EU) nr. 267/2012 betreffende beperkende maatregelen ten aanzien van Iran (PB L 356, blz. 34), of tot nietigverklaring van deze bepaling voor zover zij niet voorziet in een uitzondering die van toepassing is op het geval van verzoekster en een verzoek tot vaststelling dat artikel 1, punt 6, van besluit 2012/635/GBVB van de Raad van 15 oktober 2012 houdende wijziging van besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran (PB L 282, blz. 58), niet van toepassing is

    Dictum

    1)

    Het beroep wordt verworpen.

    2)

    Bank Melli Iran zal haar eigen kosten en die van de Raad van de Europese Unie dragen.

    3)

    Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en de Europese Commissie zullen elk hun eigen kosten dragen.


    (1)  PB C 147 van 25.5.2013.


    Top