Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CN0408

    Zaak C-408/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Amstgericht Karlsruhe (Duitsland) op 18 juli 2013 — Barbara Huber/Manfred Huber

    PB C 274 van 21.9.2013, p. 15–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
    PB C 274 van 21.9.2013, p. 10–11 (HR)

    21.9.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 274/15


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Amstgericht Karlsruhe (Duitsland) op 18 juli 2013 — Barbara Huber/Manfred Huber

    (Zaak C-408/13)

    2013/C 274/26

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Amstgericht Karlsruhe

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Barbara Huber

    Verwerende partij: Manfred Huber

    Prejudiciële vraag

    Is het verenigbaar met artikel 3, sub a en b, van verordening (EG) nr. 4/2009 van de Raad van 18 december 2008 betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen, en de samenwerking op het gebied van onderhoudsverplichtingen (1),

    dat in § 28, lid 1, eerste alinea, van het Duitse Gesetz zur Geltendmachung von Unterhaltsansprüchen im Verkehr mit ausländischen Staaten (Auslandsunterhaltsgesetz — AUG) (wet inzake de inning van levensonderhoud in de betrekkingen met andere staten) is geregeld,

    dat wanneer een deelnemer in een procedure zijn gewone verblijfplaats niet in Duitsland heeft, dan in zaken als bedoeld in artikel 3, sub a en b, van verordening (EG) nr. 4/2009 uitsluitend tot uitspraak bevoegd is het Amtsgericht dat bevoegd is voor de vestigingsplaats van het Oberlandesgericht in wiens ressort de verweerder of de onderhoudsgerechtigde zijn gewone verblijfplaats heeft?


    (1)  PB L 7, blz. 1


    Top